IEPT20101019, Hof Den Haag, Sandoz v Merck

09-01-2011 Print this page
IEPT20101019, Hof Den Haag, Sandoz v Merck

OCTROOIRECHT - PROCESRECHT

 

Incidentele vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad proceskosten

 

Geen nieuwe feiten en omstandigheden vereist bij ontbreken uitdrukkelijke beslissing
• In dit geval heeft de voorzieningenrechter de kostenveroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard uitsluitend omdat Sandoz geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad had gevorderd. De voorzieningenrechter heeft derhalve geen vordering afgewezen en ook geen belangenafweging gemaakt ter beoordeling van de vraag of de de kostenveroordeling voor uitvoerbaarverklaring bij voorraad in aanmerking kwam, hetgeen hij op grond van art. 258 Rv overigens wel had kunnen doen.


Toewijzing uitvoerbaarverklaring bij voorraad proceskosten
• Daar het gaat om een veroordeling tot betaling van proceskosten, mag worden aangenomen dat Sandoz, nu het tegendeel niet is gesteld of gebleken, het vereiste belang heeft bij de door haar verlangde uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
• Nu, naar het oordeel van hof, Sandoz dezelfde schade zou lijden (gederfde rente en/of het niet kunnen beschikken en op andere wijze kunnen aanwenden van het desbetreffende bedrag) bij afwijzing van de verlangde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, kan niet gezegd worden dat Merck om die reden een zwaarder wegend belang heeft bij achterwege blijven van zodanige verklaring. Bovendien is Sandoz in beginsel aansprakelijk voor de schade ten gevolge van de executie van het vonnis indien dat later zou worden vernietigd.

 

IEPT20101019, Hof Den Haag, Sandoz v Merck