OCTROOIRECHT
[via: Armand Killan - Bird & Bird]
Vernietiging wegens toegevoegde materie
Gemiddelde vakman
• dat de gemiddelde vakman deskundig is op het gebied van beveiligingsdruktechnieken, een achtergrond heeft op het gebied van de fysica, materiaalkunde, optiek of afkomstig is uit de industrie; dat hij bekend is met bestaande beveiligingsmaatregelen en betrokken zal zijn bij het testen en drukken van beveiligde documenten, dat hij verder bekend is met alle bestaande reproductietechnieken, waaronder analoge en digitale beeldbewerking en dat hij algemene kennis heeft van bestaande reproductietechnieken. De gemiddelde vakman zal daarnaast kennis hebben van het toepassen van bestaande beveiligingskenmerken in het ontwerp. Dit is door partijen niet bestreden.
• Wat betreft de kennis van kopieerinrichtingen van het aftasttype is het hof van oordeel dat uit verklaringen van de deskundigen van beide partijen blijkt dat de gemiddelde vakman op het gebied van beveiligingsdruktechnieken ten tijde van de voorrangsdatum zich tevens op de hoogte stelde van de werking van kopieerinrichtingen van het aftasttype.
• Het hof is evenwel met DSS van oordeel dat de gemiddelde vakman, hoewel hij zal hebben begrepen dat het beeld door de scanner lijn voor lijn wordt omgezet in een matrix van pixels (productie 5 DSS, 44), daarmee niet direct zal hebben ingezien dat tijdens scannen moiré patronen kunnen ontstaan die kunnen worden gebruikt voor documentbeveiliging.
Toegevoegde materie
• Nagegaan dient te worden of het onderwerp van het octrooi, in het bijzonder de uitvinding volgens conclusies die tijdens de verleningsprocedure door de aanvrager nieuw zijn voorgesteld en waarop octrooi is verleend, direct en ondubbelzinnig is geopenbaard in de ingediende octrooiaanvraag (vgl. rov. 4.27 van het vonnis). Daarbij is niet alleen maatgevend wat expliciet in de aanvraag staat, maar ook hetgeen de gemiddelde vakman op basis van zijn algemene vakkennis impliciet meeleest. De ingediende octrooiaanvraag wordt als geheel in aanmerking genomen. Bij de beoordeling wordt derhalve niet alleen gekeken naar de conclusies van de octrooiaanvraag, maar ook naar de beschrijving en de tekeningen
• Over de aan te leggen maatstaf blijkt in de in dit geding genoemde (buitenlandse) procedures een grote mate van overeenstemming te bestaan
Niet direct en ondubbelzinnig geopenbaard
• Het hof is van oordeel dat de gemiddelde vakman het raster niet direct en ondubbelzinnig meeleest in de bovengenoemde door DSS aangehaalde passages uit de beschrijving.
• Het hof kan zich niet verenigen met de zienswijze van de Kamer van beroep op dit punt
• Naar het oordeel van het hof zal de gemiddelde vakman die het voorgaande leest op basis van zijn vakkennis begrijpen dat het scanraster interfereert met de beeldlijnen ‘image lineations', zie conclusie 13) van de (eerste generatie) kopie. Bovendien zal de gemiddelde vakman maatregel G, dat het originele beeld en het gedrukte beeld voor het blote oog algemeen hetzelfde lijken, in conclusie 13 direct en ondubbelzinnig meelezen. Echter, ECS heeft naar oordeel van het hof terecht gesteld dat uit conclusie 13 de maatregelen C, Den E niet bekend zijn (MvG, 52).
• Om door middel van het combineren van verschillende werkwijzestappen uit WO '046 tot conclusie 1 van het octrooi te komen, dienen derhalve werkwijzestappen uit conclusie 13 eerst te worden gegeneraliseerd. Het hof is derhalve van oordeel dat in conclusie 1 van het octrooi sprake is van toegevoegde materie.
IEPT20101221, Hof Den Haag, ECB v DSS
