IEPT20101231, Rb Haarlem, Converse v Alpi

09-01-2011 Print this page
IEPT20101231, Rb Haarlem, Converse v Alpi

MERKENRECHT - PROCESRECHT

 

Informatieplicht artikel 2.22(5) BVIE en artikel 1019f Rv alleen in inbreukprocedure
• Van een dergelijke procedure is -  blijkens de eigen stellingen van Converse - in het onderhavige geval geen sprake. Ook blijkens de beslagstukken beschouwt Converse Alpi als een derde als bedoeld in artikel 2.22 lid 5 BVIE en 1019f Rv.


Informatieplicht naar analogie met Lycos v Pessers-arrest
• Ook in een geval als het onderhavige zou het onder de omstandigheden als hiervoor onder de feiten genoemd maatschappelijk bezien ongewenst - en in strijd met de strekking van de Handhavingsrichtlijn - zijn indien een merkrechthouder als Converse geen enkele reële mogelijkheid zou hebben om een expediteur als Alpi - zonodig in rechte - aan te spreken op het niet-verschaffen van de bij die logistiek dienstverlener kenbare gegevens die tot de inbreukmaker(s) op haar (merken)rechten zouden kunnen leiden.
• Een en ander duidt naar het oordeel van de voorzieningenrechter onmiskenbaar op ‘gesjoemel’ met de administratie en de vrachtbrieven en betrokkenheid van Alpi daarbij.
• Nu aannemelijk is dat Alpi als expediteur betrokken is geweest bij het vervoer en de opslag van namaak Converse-schoenen en voorts aannemelijk is de dat er voor Converse geen minder ingrijpende mogelijkheid bestaat om die gegevens te achterhalen, komt de weigering van Alpi om Converse al hetgeen bij Alpi bekend kan zijn omtrent de herkomst en distributiekanalen van die inbreukmakende goederen te verstrekken in strijd met de zorgvuldigheid die Alpi jegens Converse in acht dient te nemen.

 

IEPT20101231, Rb Haarlem, Converse v Alpi