IEPT20110117, Rb Breda, De Oordopjesmoord

21-01-2011 Print this page
IEPT20110117, Rb Breda, De Oordopjesmoord

PUBLICATIE

 

Schade voor aantasting eer en goede naam onvoldoende onderbouwd
• De voorzieningenrechter is van oordeel dat de beweringen in voormelde brief en e-mail aantasting van de eer en goede naam van [eiser] meebrengen. Het gaat kort gezegd om vele gedragingen bestaande uit strafbare feiten.
• Het ontbreekt de voorzieningenrechter in kort geding dan aan voldoende feiten en omstandigheden om een billijke vergoeding bij wijze van voorziening te begroten.

 

Geen publicatieverbod bij onbekendheid inhoud publicatie
• Nu nog geen definitieve voor publicatie vatbare tekst beschikbaar is gekomen, en [gedaagde] aangeeft nog aan de tekst te willen werken en niet expliciet kan aangeven of en zo ja wat er exact over dit punt – dan wel van de andere stellingen uit de brief van 25 november 2010 – in het boek zal worden opgenomen, kan de bedoelde afweging en toetsing nu niet plaatsvinden.


Geen toetsing voorafgaand aan publicatie
• Onder deze omstandigheden zou een verbod tot publicatie en een gebod tot inzage van het manuscript vooraf, zoals door [eisers] is gevorderd, neerkomen op censuur door de rechter vooraf en aldus in strijd komen met de onder meer door artikel 7 Gw gewaarborgde en nader in de jurisprudentie uitgewerkte vrijheid van drukpers

PRIVACY

 

Geen inbreuk persoonlijke levenssfeer
• De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de stellingen en overgelegde producties niet is gebleken dat [gedaagde] eenzijdig stelselmatig contact heeft gezocht met [eisers] In een bepaalde periode is er over en weer contact geweest tussen partijen, waarbij sommige contacten ook een reactie van de zijde van

 

AUTEURSRECHT

 

Schade auteursrechtinbreuk onvoldoende onderbouwd
• [eiseres] laat na toe te lichten waaruit haar materiële schade bestaat, zodat de vordering op grond van inbreuk op een auteursrecht niet toewijsbaar is.
• Voor zover [eiseres] bedoelt haar vordering voor immateriële schadevergoeding te baseren op artikel 6:106 lid 1 aanhef en sub c BW, heeft [eiseres] evenmin toegelicht dat door het gebruik van die foto de eer of goede naam van [T] op zodanige wijze is geschaad dat zij, als zij nog in leven zou zijn, recht op schadevergoeding zou hebben gehad

 

Verbod publicatie foto: inbreuk auteursrecht
• Op de foto’s die gebruikt zijn in het boek ‘Vermist en vermoord: [T]’ rust blijkens de onbetwiste stelling van [eisers] en de overgelegde productie met betrekking tot het boek (productie 1 bij de conclusie van antwoord) auteursrecht.


IEPT20110117, Rb Breda, De Oordopjesmoord