IEPT20110128, Rb Arnhem, Ebo van den Bor BV v Van den Bor BV

11-02-2011 Print this page
IEPT20110128, Rb Arnhem, Ebo van den Bor BV v Van den Bor BV

HANDELSNAAMRECHT

 

[via: Bertil van Kaam]

 

Rechthebbende: inbreng handelsnaam niet relevant, feitelijk gebruik beslissend
• Ingevolge artikel 1 Hnw is slechts relevant de naam waaronder een onderneming feitelijk wordt gedreven.


Gebruik handelsnaam Van den Bor door gedaagde
• Dat Van den Bor BV Asiatico zou gebruiken als handelsnaam, betekent nog niet dat zij daarnaast niet ook gebruik maakt van Van den Bor als han-delsnaam.

 

Verwarringsgevaar tussen Ebo van den Bor BV  en Van den Bor BV
• voldoende aannemelijk geworden dat bij het re-levante publiek – daartoe behoren niet alleen de (potentiële) afnemers van de oriëntaalse en mediter-rane horecaproducten (de horecaondernemers), maar ook de leveranciers waarmee beide onderne-mingen in aanraking (kunnen) komen – verwarring is te duchten tussen Ebo van den Bor BV enerzijds en Van den Bor BV anderzijds.

 

AUTEURSRECHT

 

Fictief makerschap logo – art. 8 Aw
• Dat Ebo van den Bor BV het Ebo-logo naar bui-ten toe heeft gebruikt voor haar waren en diensten en tot op zekere hoogte nog gebruikt, is niet betwist. Daarmee heeft Ebo van den Bor BV het logo open-baar gemaakt. Nu gesteld noch aannemelijk is geworden dat die openbaarmaking zonder vermel-ding van een natuurlijk persoon als maker van het logo onrechtmatig is, dient voorshands Van den Bor BV als de maker van en dus auteursrechthebbende op dat logo te worden aangemerkt.

 

Inbreuk aangenomen
• Bij de vergelijking van alle elementen van het hierboven afgebeelde Asiatico-logo met het hierbo-ven afgebeelde Ebo-logo is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een overeen-stemmende totaalindruk, ondanks het verschil in de door de gele bol heen gedrukte (handels)naam. Dit betekent dat ook dit Asiatico-logo van Van den Bor BV inbreuk maakt op het auteursrecht van Ebo van den Bor BV op het Ebo-logo.

 

MERKENRECHT

 

Geen depot te kwader trouw: voor-voorgebruik
• Ook al zou Van den Bor BV voorgebruiker zijn van het teken Van den Bor als merk, dus ter onder-scheiding van soortgelijke waren of diensten, dan nog is er geen sprake van een depot te kwader trouw door Ebo van den Bor BV, omdat thans voldoende vast staat dat Ebo van den Bor BV al vóór Van den Bor BV gebruik maakte van de tekens Van den Bor en Ebo van den Bor ter onderscheiding van haar waren of diensten, als merk dus, en daardoor dus aangemerkt kan worden als "voor-voorgebruiker".

 

Merkinbreuk
• Gelet op de grote mate van visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming tussen de woord-merken Van den Bor en Ebo van den Bor enerzijds en het teken Van den Bor anderzijds, het feit dat de aangeboden waren of diensten in hoofdzaak dezelf-de of soortgelijk zijn, alsmede de aanwezigheid van een voldoende onderscheidingskracht van de woordmerken Van den Bor en Ebo van den Bor, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat bij het in aanmerking komende publiek verwarring kan ontstaan.


NON-CONCURRENTIEBEDING

 

Geen afstand IE-rechten na afloop non-concurrentiebeding
• Dat in het non-concurrentiebeding zou moeten worden ingelezen dat Ebo van den Bor BV na de termijn van drie jaar elke bescherming heeft' opge-geven, en dus ook de bescherming die haar toekomt op grond van de intellectuele eigendomsrechten, heeft Van den Bor BV niet concreet onderbouwd en is onvoldoende aannemelijk geworden.


IEPT20110128, Rb Arnhem, Ebo van den Bor BV v Van den Bor BV