IEPT20110208, Hof Den Haag, Van Riet v Vanderlande

11-02-2011 Print this page
IEPT20110208, Hof Den Haag, Van Riet v Vanderlande

OCTROOIRECHT

 

Toetsingsmaatstaf beschermingsomvang octrooi
• Uitgangspunt blijven dus de conclusies van het octrooischrift, mede in het licht van beschrijving en tekeningen.
• Met name wordt door mede acht te slaan op “hetgeen wezenlijk is voor de uitvinding” oftewel “de achter de woorden van de conclusies liggende uitvindingsgedachte”, niet een maatstaf voor de beschermingsomvang gehanteerd die zodanig ruim is dat beschermd wordt wat de octrooihouder heeft willen beschermen zonder dat de gemiddelde vakman dit uit de conclusies, mede in het licht van de beschrijvingen en tekeningen, begrijpt. • De uitvindingsgedachte vormt slechts een gezichtspunt bij het lezen van de conclusies, beschrijving en tekeningen, terwijl tevens de rechtszekerheid voor derden een gezichtspunt vormt.

 

Uitvindingsgedachte
• Voormelde stand van de techniek in aanmerking nemende kan ervan worden uitgegaan dat zowel een duwschoen met twee langs de dragerplaat uitstrekkende delen als een duwschoen die glijdt doordat delen van de duwschoen complementair aan de (buizen)drager zijn gevormd, bekend waren bij de gemiddelde vakman, zodat deze zal begrijpen dat de uitvindingsgedachte is gelegen in de wijze waarop de drager en de duwschoen gevormd zijn teneinde het glijden te realiseren. Kennisneming van de beschrijving van EP 303 (pagina 1, regels 27-29) leert de gemiddelde vakman dat met de constructie volgens EP 303 bij een closed deck sorter een eenvoudige, lichte constructie kan worden verkregen. 

 

Geen letterlijke inbreuk
• Bij de sorteerinrichting van Van Riet is geen sprake van sloffen ondersteund door de naar beneden uitstekende delen van de duwschoen.
De U-vormige onderdelen onder de draagplaat bij Van Riet (vergelijkbaar met de sloffen uit EP 303) zijn onderdeel van de drager.
• Bij de sorteerinrichting van Van Riet is geen sprake van op (complementair gevormde) onderdelen van de drager aangebrachte sloffen.  
• De sorteerinrichting van Van Riet kent voorts geen complementair aan sloffen gevormde dragerdelen.

 

Geen inbreuk bij wege van equivalentie
• Met andere woorden: voor de gemiddelde vakman zal de constructie van Van Riet niet (zonder inventieve denkarbeid) als equivalente variant van de in het octrooi beschreven installatie voor de hand liggen.

 

IEPT20110208, Hof Den Haag, Van Riet v Vanderlande