IEPT20110218, Rb Amsterdam, Binckbank v Lynx

26-02-2011 Print this page
IEPT20110218, Rb Amsterdam, Binckbank v Lynx

RECLAMERECHT

 

Hoge eisen vergelijkende reclame bij complexe kostenstructuur
• Dat het bij vergelijkende reclame niet is toegestaan om belangrijke informatie over de eigen onderneming of die van de concurrent onjuist te vermelden of weg te laten, geldt temeer indien sprake is van een complexe tariefstructuur.

 

Misleidend niet verwerken of vermelden van de kortingen van Binckbank en Alex in de tabel van Lynx
• Uitgangspunt is dat een weglating in vergelijkende reclame misleidend is indien een aanzienlijk deel van de consumenten hierdoor in zijn keuze voor het aangeboden product wordt beïnvloed. Welk percentage van de online beleggers exact voor de kortingen van Binckbank en Alex in aanmerking komt, kan in een kort geding, dat zich niet leent voor een nader onderzoek naar de feiten, niet worden vastgesteld.
• Binckbank heeft echter gemotiveerd gesteld dat in dit geval sprake is van een aanzienlijk deel van de consumenten (tenminste 20%) en naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Lynx het tegendeel in dit kort geding onvoldoende aannemelijk gemaakt.

 

Subjectieve selectie niet zonder meer niet representatief
• De verschillende transacties zijn duidelijk vermeld in de linkerkolom van de tabel, zodat voor iedere consument meteen zichtbaar is welke producten worden vergeleken. De vergelijking is daarmee controleerbaar en transparant. Lynx is in beginsel vrij om een eigen selectie te maken van te vergelijken transacties, mits de vergelijking een representatief beeld geeft van de algemene kostenverschillen.
Iedere selectie zal zich kenmerken door een zekere mate van subjectiviteit, maar hieruit volgt niet zonder meer dat zij niet representatief is.

 

Lynx in beginsel vrij in selectie te vergelijken kosten
• Dat Lynx in haar tabel haar eigen kosten voor streaming van real time koersinformatie niet heeft opgenomen, wordt voorshands niet misleidend geacht. Deze kosten houden geen direct verband met het verrichten van een transactie.

PROCESRECHT

 

Vereiste tijdig betalen griffierecht niet toegepast in kort geding
• Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 Rv  waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden  buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

IEPT20110218, Rb Amsterdam, Binckbank v Lynx

.