IEPT20110519, Rb Den Haag, IBV v Liandyn

14-11-2011 Print this page
IEPT20110519, Rb Den Haag, IBV v Liandyn

IPR

 

Duits recht toepasselijk recht op publicatie-overeenkomst advertorial: plaats van vestiging van de uitgever
• Volgens artikel 4 lid 2 EVO wordt vermoed dat de overeenkomst het nauwst is verbonden met het land waar de partij die de kenmerkende prestatie moet verrichten, haar hoofdvestiging heeft of, indien de prestatie volgens de overeenkomst door een an-dere vestiging dan de hoofdvestiging moet worden verricht, het land waar zich deze andere vestiging bevindt. Dit brengt mee dat op de overeenkomst Duits recht van toepassing is, nu IBV in Duitsland is gevestigd. Het bestaan en de geldigheid van de over-eenkomst of van een bepaling daarvan worden be-heerst door het recht dat ingevolge dit Verdrag toe-passelijk zou zijn, indien de overeenkomst of de be-paling geldig zou zijn. Dit betekent dat ook de vraag of sprake is van wilsgebreken dienen te worden be-oordeeld naar Duits recht.

 

Geen wilsovereenstemming over plaatsing advertorial a € 11.000
• redengevend dat IBV niet, althans niet voldoende gemotiveerd heeft bestreden dat bij Liandyn de indruk is gewekt dat het artikel tegen vergoeding van geringe kosten geplaatst zou worden.

 

IEPT20110519, Rb Den Haag, IBV v Liandyn