IEPT20110705, Rb Den Haag, G-Star v C&A

09-07-2011 Print this page
IEPT20110705, Rb Den Haag, G-Star v C&A

MERKENRECHT

 

Geen mogelijk inbreukmakende handelingen door Cofra als domeinnaamhouder website
• Wat er zij van dat alles, de voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het enkele feit dat Cofra houdster is van een domeinnaam die wordt gebruikt voor het online aanbieden van DSTR-kleding door tot het concern behorende C&A on-dernemingen en het enkele feit dat zij de C&A mer-ken in eigendom heeft en in het kader van de ver-strekte licenties kwaliteitscontroles uitvoert en licen-tievergoedingen ontvangt, niet voldoende is om aan te nemen dat Cofra zelf handelingen verricht die zijn voorbehouden aan de rechthebbende op het merk G-STAR.

 

G-Star bekend merk
• Ten slotte bieden ook de door G-Star overgeleg-de resultaten van de marktonderzoeken steun voor het oordeel dat G-Star een bekend merk is. Welis-waar heeft C&A de nodige kritiek geuit op de opzet en uitvoering ervan, maar de positieve respons op de vraag of men bekend is met het merk G-STAR is zodanig hoog (91%) dat zelfs bij substantiële neer-waartse correctie de conclusie gerechtvaardigd is dat G-Star een bekend merk is te noemen.

 

DSTR en G-Star overeenstemmend
• Naar voorlopig oordeel stemt het DSTR teken, zoals door C&A in een aantal gevallen gebruikt, in voldoende mate overeen met het G-STAR merk om te kunnen spreken, van een overeenstemmend teken in de zin van de artikelen 9 lid 1 sub c GMVo en art. 2.20 lid 1 sub c BVIE.

 

Ongerechtvaardigd voordeel:
• Dezelfde factoren als die genoemd in 4.19 en het op overeenkomstige wijze door C&A overnemen van bepaalde door G-Star veel gebruikte stijlele-menten (zie 4.20), waarvoor ook binnen dezelfde stijl geen enkele noodzaak bestond, brengen naar voorlopig oordeel mee dat door C&A ongerecht-vaardigd voordeel wordt getrokken uit de reputatie van het G-STAR merk. Zij heeft kennelijk gepro-beerd zoveel mogelijk tegen het merk G-STAR en de daaronder aangeboden waren aan te kruipen, teneinde het G-STAR merk bij het relevante pu-bliek in gedachten op te roepen om daarmee haar eigen waren aantrekkelijker te doen voorkomen. Daarmee profiteert C&A van de populariteit en aantrekkingskracht van het G-STAR merk.

 

ONGEOORLOOFDE CONCURRENTIE

 

Geen onrechtmatige stijlnabootsing
• Een deugdelijke onderbouwing van dit verwar-ringsgevaar wegens (te) vergaande stijlnavolging heeft G-Star ook niet gegeven. De vorderingen die niet op grond van merkinbreuk kunnen worden toegewezen komen derhalve evenmin in aanmerking voor toewijzing op de onrechtmatige daad grond-slag.

 

IEPT20110705, Rb Den Haag, G-Star v C&A