IEPT20110712, HvJEU, L’Oréal v eBay

20-07-2011 Print this page
IEPT20110712, HvJEU, L’Oréal v eBay

MERKENRECHT 

 

In het economisch verkeer - privéactiviteit
• wanneer een natuurlijke persoon een merkproduct via een elektronische marktplaats verkoopt zonder dat deze transactie in de context van een handelsactiviteit plaatsvindt, de houder van het merk zijn uitsluitende recht als neergelegd in de artikelen 5 van richtlijn 89/104 en 9 van verordening nr. 40/94 niet kan inroepen. Indien, daarentegen, de verkopen die op een dergelijke marktplaats worden gerealiseerd, wegens hun volume, frequentie of andere kenmerken, buiten de sfeer van een privéactiviteit vallen, begeeft de verkoper zich in „het economisch verkeer” in de zin van genoemde artikelen.

 

Territoriale reikwijdte
• Inbreuk indien verkoopaanbod van of reclame voor niet-Unie waren bestemd is voor consumenten binnen Unie

 

Demonstratieartikelen: geen in de handel brengen
• moet op de eerste vraag worden geantwoord dat de terbeschikkingstelling door een merkhouder aan zijn erkende distributeurs van artikelen die van dat merk zijn voorzien, die voor demonstratie aan de consument in de erkende verkooppunten zijn bestemd, alsook van eveneens van dat merk voorziene flacons waaruit kleine hoeveelheden kunnen worden gehaald die als gratis monsters aan de consument kunnen worden gegeven, behoudens tegenbewijs geen in de handel brengen in de zin van richtlijn 89/104 en verordening nr. 40/94 vormt.

 

Verwijderen buitenverpakking inbreuk indien daardoor wezenlijke informatie ontbreekt of bij afbreuk aan reputatie merk
• dat de artikelen 5 van richtlijn 89/104 en 9 van verordening nr. 40/94 aldus moeten worden uitgelegd dat de houder van een merk zich krachtens het daarbij aan hem verleende uitsluitende recht kan verzetten tegen de verdere verhandeling van producten zoals die in het hoofdgeding op grond dat de wederverkoper de buitenverpakking van die producten heeft verwijderd, wanneer dit uitpakken tot gevolg heeft dat wezenlijke informatie, zoals die betreffende de identiteit van de fabrikant of de persoon die voor het in de handel brengen ervan verantwoordelijk is, ontbreekt.
• Wanneer de verwijdering van de buitenverpakking er niet toe leidt dat deze informatie ontbreekt, kan de merkhouder zich er niettemin tegen verzetten dat een parfum of een cosmetisch product dat van zijn merk is voorzien verder wordt verhandeld in uitgepakte vorm, mits hij het bewijs levert dat de verwijdering van de verpakking afbreuk doet aan het imago van genoemd product en dus aan de reputatie van het merk.

 

Inbreukmakend gebruik merk als trefwoord in reclame
• Gebruik merk als trefwoord in reclame voor diensten elektronische marktplaats inbreukmakend wanneer in reclame onduidelijk is of waren afkomstig zijn van de merkhouder of, integendeel, van een derde

 

Geen gebruik merk door beheerder elektronische marktplaats
•  dat de beheerder van een elektronische marktplaats geen „gebruik” in de zin van de artikelen 5 van richtlijn 89/104 en 9 van verordening nr. 40/94 maakt van aan merken gelijke of daarmee overeenstemmende tekens die voorkomen in verkoopaanbiedingen die op zijn site worden getoond.

 

ELECTRONISCHE HANDEL

 

Geen aansprakelijkheid beheerder elektronische marktplaats bij ontbreken actieve rol met “notice-and-take-down” beleid
• dat artikel 14, lid 1, van richtlijn 2000/31 aldus moet worden uitgelegd dat het van toepassing is op de beheerder van een elektronische marktplaats wanneer deze geen actieve rol heeft gehad waardoor hij kennis heeft van of controle heeft over de opgeslagen gegevens. Genoemde beheerder heeft een dergelijke rol wanneer hij bijstand verleent die onder meer bestaat in het optimaliseren van de wijze waarop de betrokken verkoopaanbiedingen worden getoond of het bevorderen daarvan.
• Wanneer de beheerder van de elektronische marktplaats geen actieve rol heeft gehad als bedoeld in het voorgaande punt en zijn dienstverlening derhalve binnen de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, van richtlijn 2000/31 valt, kan hij zich in een zaak die tot een veroordeling tot het betalen van schadevergoeding kan leiden niet op de vrijstelling van aansprakelijkheid als bedoeld in die bepaling beroepen wanneer hij kennis heeft gehad van feiten of omstandigheden op grond waarvan een behoedzame marktdeelnemer de onwettigheid van de betrokken verkoopaanbiedingen had moeten vaststellen en hij, ingeval hij deze kennis had, niet prompt heeft gehandeld overeenkomstig lid 1, sub b, van genoemd artikel 14.

 

HANDHAVING

 

Rechterlijk bevel aan beheerder elektronische marktplaats inzake toekomstige inbreuken mogelijk
• dat artikel 11, derde volzin, van richtlijn 2004/48 aldus moet worden uitgelegd dat het van de lidstaten vereist dat zij ervoor zorgen dat de op het gebied van de intellectuele eigendomsrechten bevoegde nationale rechterlijke instanties de beheerder van een elektronische marktplaats kunnen gelasten om maatregelen te treffen die niet alleen bijdragen tot het doen eindigen van de door de gebruikers van die marktplaats gepleegde inbreuken op die rechten, maar ook tot het voorkomen van nieuwe inbreuken van die aard.
• Deze bevelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en mogen geen belemmeringen voor legitiem handelsverkeer scheppen.

 

 

IEPT20110712, HvJEU, L’Oréal v eBay