IEPT20111017, Rb Den Haag, Zumba Fitness

02-11-2011 Print this page
IEPT20111017, Rb Den Haag, Zumba Fitness

HANDELSNAAMRECHT

 

Inbreukmakend gebruik handelsnaam Zumba Fitness
• Voor zover [X c.s.] aan de samenwerking met Zumba Fitness toestemming heeft kunnen ontlenen voor het gebruik van het teken ZUMBA in zijn handelsnamen (Zumba Fitness heeft dat bestreden), is die toestemming naar voorlopig oordeel komen te vervallen met de beëindiging van de samenwerking per 19 augustus 2011.

 

MERKENRECHT

 

Merkinbreuk door gebruik teken “zumba” in domeinnaam
• Zumba Fitness kan zich naar voorlopig oordeel, in ieder geval op grond van het Beneluxmerk, verzetten tegen het gebruik van het teken “zumba” in domeinnamen die automatisch doorverwijzen naar de website van [X c.s.] onder de domeinnaam  X].com. Daarbij kan in het midden blijven of dat gebruik moet worden gekwalificeerd als het gebruik voor waren en diensten in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE of als gebruik anders dan ter onderscheiding van waren en diensten in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE. In beide gevallen is sprake van een inbreuk omdat [X c.s.] niet steekhoudend heeft bestreden dat het merk bekend is en dat [X c.s.] door het gebruik van het teken, zonder geldige reden, ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk.

 

AUTEURSRECHT

 

Verbod op inbreuk auteursrecht onvoldoende onderbouwd
• Het gevorderde verbod op inbreuk op auteursrecht op muziek en choreografie moet worden afgewezen. Zumba Fitness heeft namelijk onvoldoende duidelijk gemaakt op welke muziek en choreografie zij auteursrechten claimt. Zumba Fitness stelt deze muziek en choreografie te verspreiden op CD en DVD. Zumba Fitness heeft die CD’s en DVD’s echter niet overgelegd en heeft de geclaimde muziek en choreografie ook niet op een andere wijze gespecificeerd.

 

PROCESRECHT

 

Nederlandse rechter bevoegd ter zake van inbreuk, ondanks in overeenkomst aangewezen bevoegde Amerikaanse rechter
• Het feit dat partijen in de ZINovereenkomst de Amerikaanse rechter hebben aangewezen als de bij uitsluiting bevoegde rechter kan niet leiden tot een ander resultaat. Zumba Fitness baseert haar vorderingen namelijk niet op de ZINovereenkomst, maar op inbreuken op haar merkrechten en ander onrechtmatig handelen. Het enkele feit dat voor een beslissing op die vorderingen ook een oordeel zal moeten worden gegeven over (de beëindiging van) de ZINovereenkomst, brengt naar voorlopig oordeel niet mee dat er sprake is van een geschil waarvoor de Nederlands rechter op grond van artikel 8 lid 2 Rv geen rechtsmacht heeft.

 

IEPT20111017, Rb Den Haag, Zumba Fitness