IEPT20111115, Hof Den Haag, Holland Casino

23-11-2011 Print this page
IEPT20111115, Hof Den Haag, Holland Casino

PUBLICATIE – BEDRIJFSGEHEIMEN

 

Vaststellingsovereenkomst in plaats van arbeidsovereenkomst van toepassing
• naar voorlopig oordeel van het hof thans alleen nog het geheimhoudingsbeding van artikel 11 van de vaststellingsovereenkomst geldt, en niet tevens artikel 10 van de arbeidsovereenkomst of een andere uit de arbeidsovereenkomst voortspruitende ge-heimhoudingsverplichting. In artikel 13 van de vast-stellingsovereenkomst is immers onvoorwaardelijk bepaald dat partijen niets meer van elkaar te vorde-ren hebben ter zake van de arbeidsovereenkomst, hetgeen, naar de aard van die vaststellingsovereen-komst, bestemd is om ook te gelden voor zover de vaststelling van de tevoren bestaande rechtstoestand – waaronder de rechten uit, onder meer, artikel 10 van de arbeidsovereenkomst – mocht afwijken.

 

Geen geheimhoudingsverplichting inzake trivialitei-ten en meningen
• Vervolgens dient, gezien de stelling van [geïnti-meerde] dat het geheimhoudingsbeding een beperkt bereik heeft, te worden onderzocht wat de betekenis van dit beding is. Hieromtrent heeft Holland Casino onder 45 van haar pleitnota in appel zelf naar voren gebracht dat niet gevoelige trivialiteiten, zuiver ar-tistieke, niet op geheim te houden informatie geba-seerde, uitingen alsook meningen over Holland Ca-sino niet onder het geheimhoudingsbeding vallen.

 

Geheimhouding – goed werknemerschap
• Het geheimhoudingsbeding houdt, zo volgt uit het zojuist overwogene, niet (veel) meer in dan een bevestiging van hetgeen – ook zonder dat beding – uit de aard van de arbeidsovereenkomst en de eisen van goed werknemerschap voortvloeit.

 

Geheimhouding: geen afstand van recht
• Zo bezien vloeit de verplichting tot naleving van zo eengeheimhoudingsbeding voort uit de aan het recht op vrije meningsuiting inherente ‘duties and responsabilities’. Dit een en ander voert tot de con-clusie dat het geheimhoudingsbeding uit de vaststel-lingsovereenkomst een bevestiging/inprenting vormt van reeds bestaande verplichtingen van [geïnti-meerde], en dat de instemming daarmee door [geïn-timeerde] dus niet kan worden beschouwd als een afstand van recht. Het onder 4.2 vermelde argument van Holland Casino gaat bijgevolg niet op.


Rechtstreekse werking artikel 10 EVRM bij staats-bedrijf
• Daarnaast is van de zijde van Holland Casino ten pleidooie naar aanleiding van een vraag van het hof opgemerkt dat Holland Casino een stichting is die krachtens haar statuten al haar inkomsten afdraagt aan de staat. Dit betekent dat het er met [ge-intimeerde] voor moet worden gehouden dat Holland Casino een staatsbedrijf is en dat artikel 10 EVRM in de relatie tussen haar en [geïntimeerde] derhalve rechtstreeks werking heeft.

 

De voor een preventief publicatieverbod vereiste mate van zekerheid dat het geheimhoudingsbeding overtreden dreigt te overtreden niet aangenomen
• De bij preventief ingrijpen te hanteren stringente noodzakelijkheids-/evenredigheidstoets brengt met zich dat tot toewijzing van vordering D alleen kan worden overgegaan wanneer met een grote mate van zekerheid kan worden aangenomen dat ver-trouwelijke informatie dreigt te worden geopen-baard en/of de reputatie of rechten van anderen dreigen te worden geschonden. In dit geval komt dit er op neer dat met een hoge mate van zekerheid moet kunnen worden aangenomen dat [geïntimeerde] het geheimhoudingsbeding dreigt te overtreden. De door Holland Casino genoemde belangen bij handhaving van het geheimhoudingsbeding – waaronder de privacy van gasten en de beveiliging van de ‘kas’ waar de gasten onder meer geld kunnen inruilen tegen chips – zijn zeker zwaarwegend, maar tegenover het eveneens grote belang van de vrijheid van meningsuiting en met name de ’the dangers inherent on prior restraints‘ niet zo zwaarwegend dat de lat voor de aannemelijkheid van een dreigende overtreding lager moet worden gelegd.

 

PROCESRECHT

 

Geen exhibitie: gewichtige reden
• Uit het onder 4.12 overwogene volgt evenwel dat ook niet in voldoende mate aannemelijk is geworden dat vertrouwelijke informatie dreigt te worden ge-openbaard en/of de reputatie of rechten van anderen dreigen te worden geschonden om in dit geval op de voet van lid 2 van artikel 10 een inzage-bevel gerechtvaardigd te achten. Holland Casino heeft bij haar vordering A derhalve (wel belang maar) geen rechtmatig belang, althans er is sprake van een ge-wichtige reden in de zin van artikel 843a lid 4 Rv.

 

IEPT20111115, Hof Den Haag, Holland Casino