IEPT20120131, Rb Den Haag, Taste of Nature v Cresco

19-02-2012 Print this page
IEPT20120131, Rb Den Haag, Taste of Nature v Cresco

OCTROOIRECHT

 

Ontvankelijkheid: rechthebbende ten tijde van beslissing
• Voor een situatie als hier aan de orde is voldoende dat het recht waarop een partij zich beroept bestaat op het tijdstip van de beslissing. Aan die voorwaarde is voldaan nu Taste of Nature ter zitting onweersproken heeft gesteld dat het octrooirecht reeds voor de datum van dagvaarding aan haar is overgedragen, zodat zij op het moment van dagvaarden reeds rechthebbende op EP 938 was.

 

Geen ‘product-by-process’-claim voor  wezenlijk biologische werkwijze
• Naar voorlopig oordeel is aannemelijk dat op grond van artikel 53 aanhef en sub b EOV niet alleen een wezenlijk biologische werkwijze van octrooiering, zoals hier de 'klassieke veredeling' is uitgesloten, maar ook een door toepassing van die werkwijze rechtstreeks verkregen voortbrengsel.
• Een werkwijzeconclusie beschermt immers ook het door toepassing van die werkwijze rechtsreeks verkregen product (vgl. artikel 64 lid 2 EOV). Indien geoordeeld zou worden dat een product-by-process claim voor het rechtstreeks verkregen product van een niet-octrooieerbare wezenlijk biologische werkwijze wél toelaatbaar zou zijn, zou dat de uitsluiting van artikel 53 aanhef en sub b BOV zoals uitgelegd door de GKB in G 1/08 zinledig maken.

 

 

IEPT20120131, Rb Den Haag, Taste of Nature v Cresco