Toestemming voor gebruik ongepubliceerd werk in derde deel biografie Gerard Reve

22-03-2013 Print this page
IEPT20130320, Rb Amsterdam, Biografie Gerard Reve
(Met dank aan Bertil van Kaam en Remco Klöters, Van Kaam Advocaten)

Geen auteursrechtinbreuk: toestemming verkregen voor gebruik van ongepubliceerd werk in derde deel van biografie Gerard Reve. Geen beroep op wilsgebrek: voldoende aannemelijk gemaakt dat een eventueel wilsgebrek niet kenbaar was en hoefde te zijn. Privacybelang van Schafthuizen prevaleert niet boven belang van Van Oorschot: er is in voldoende mate rekening gehouden met belangen van Schafthuizen, doordat hij de gelegenheid heeft gehad controle te houden over wat er met betrekking tot zijn privéleven in zou worden opgenomen. 

AUTEURSRECHT

Bodemprocedure na IEPT20120626 (hof in kort geding), in een geschil over het gebruik van (o.a.) citaten uit ongepubliceerd werk van Gerard Reve in het derde deel van een door gedaagde Nop Maas geschreven biografie van Gerard Reve. Het hof oordeelde dat voldoende aannemelijk was dat de auteursrechthebbende, Joop Schafthuizen, de partner van de in april 2006 overleden Gerard Reve, toestemming had verleend voor publicatie.

De bodemrechter volgt dit eerdere oordeel van het hof en wijst de vorderingen van Schafthuizen af. De reconventionele vordering van Van Oorschot tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag wordt toegewezen: bij kortgedingvonnis van 16 juni 2011 is zij veroordeeld in de proceskosten van € 8.963,55, dat zij heeft voldaan, maar deze beslissing van de kortgedingrechter is in hoger beroep vernietigd. Hiermee is de betaling onverschuldigd geworden en moet Schafthuizen dit bedrag terugbetalen. 1019h Rv proceskosten: € 46.165,82 (conventie) en € 384,00 (reconventie).

Toestemming: 4.5 Van Oorschot c.s. heeft aan het eerste gedeelte van de gestelde voorwaarden voldaan door aan Schafthuizen het typoscript te doen toekomen. (...) Onbestreden is dat in de drukproef alle door Schafthuizen eerder gevraagde aanpassingen zijn doorgevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee aan alle voorwaarden die in de overeenkomst van 18 december 2009 aan de toestemming voor het gebruik van ongepubliceerd werk in deel drie van de Biografie zijn gesteld voldaan en is die toestemming daarmee verkregen.

Wilsgebrek: 4.10 De rechtbank kan in het midden laten of er bij Schafthuizen sprake was van een met zijn wil niet overeenstemmende verklaring als gevolg van een geestelijke stoornis die hem belette zijn belangen redelijk te waarderen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Van Oorschot c.s. voldoende aannemelijk gemaakt dat een eventueel wilsgebrek niet kenbaar was en ook niet kenbaar hoefde te zijn. De omstandigheid dat iemand aan een depressie lijdt zoals uit het interview met de Volkskrant naar voren komt is immers als zodanig geen aanwijzing dat iemand niet in staat is zijn belangen naar behoren te waarderen. Van Oorschot c.s. heeft onweersproken gesteld dat Schafthuizen in de periode vanaf 2001, eerst als zaakwaarnemer voor Reve en nadien als diens erfgenaam, tal van overeenkomsten heeft gesloten ter zake de exploitatie van het werk van Reve en dat uit niets naar voren is gekomen dat hij bij het sluiten van die overeenkomsten niet in staat was zijn belangen c.q. de belangen van Reve behoorlijk te waarderen.

Wbp/EVRM: 4.14 Met Schafthuizen is de rechtbank van oordeel dat van ondubbelzinnige toestemming zijnerzijds als bedoeld in artikel 8 onder a Wbp geen sprake is geweest. In geen van de contacten die er tussen Schafthuizen en Van Oorschot c.s. zijn geweest is op enig moment de toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Wbp aan de orde gesteld. (...)

4.15 (...) Uit hetgeen de rechtbank hiervoor met betrekking tot de toestemming tot het gebruik van de ongepubliceerde werken van Reve heeft overwogen komt naar voren dat Schafthuizen de gelegenheid heeft gehad om de tekst van deel drie van de Biografie in zijn geheel vooraf in te zien en daarbij al die passages te schrappen die hem onwelgevallig waren. Hij heeft dus ook ten aanzien van deel drie van de Biografie de gelegenheid gehad controle te houden over wat er met betrekking tot zijn privéleven in zou worden opgenomen. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat met zijn te respecteren belangen in voldoende mate rekening is gehouden en in de thans te maken afweging het belang van Schafthuizen niet meer prevaleert boven het belang van Van Oorschot c.s.

IEPT20130320, Rb Amsterdam, Biografie Gerard Reve