Niet bewezen dat auteursrecht rust op normtabellen met normgegevens van Pearson

Geen databankrecht op normtabellen met normgegevens van Pearson: onvoldoende onderbouwd dat sprake is van substantiële investering in verkrijging, controle of presentatie van normgegevens in normtabellen. Pearson ook niet geslaagd in bewijsopdracht: niet gebleken dat gedaagde structuur van normtabellen heeft overgenomen en voor zover dat (deels) wel is gebeurd, heeft Pearson niet gesteld dat structuur van haar databank berust op oorspronkelijke uiting van creatieve vrijheid van maker ervan.

AUTEURSRECHT - DATABANKENRECHT

Eindvonnis na IEPT20111130. Eiseres Pearson is uitgever van psychologische tests. Gedaagde exploiteert het Roermond’s Score Programma (RSP), waarmee tests van Pearson kunnen worden ‘gescoord’ aan de hand van normgegevens. Pearson vordert staking van ieder gebruik en verdere verhandeling van de tests van Pearson, waaronder de normtabellen en normgegevens van deze tests wegens (gestelde) inbreuk op haar databank- en auteursrechten. Bij tussenvonnis heeft de rechtbank allereerst geoordeeld dat het beroep van Pearson op bescherming op grond van de Dw faalt, omdat niet is vast komen te staan dat haar normtabellen met normgegevens een databank in de zin van de Dw zijn. Pearson heeft namelijk onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een substantiële investering in de verkrijging, de controle of de presentatie van de normgegevens in de normtabellen.

Vervolgens heeft de rechtbank Pearson opgedragen bewijs te leveren van feiten en omstandigheden die haar stelling onderbouwen dat op de normtabellen met normgegevens auteursrecht rust. Pearson zal daarbij per test nader moeten aangeven welke keuzes door de makers bij de indelingen in de tabellen zijn gemaakt en waarom deze keuzes blijk geven van de persoonlijke visie van de maker (en niet louter triviaal of banaal zijn). De rechtbank oordeelt nu op grond van het Dataco-arrest van het HvJEU dat de auteursrechtelijke bescherming van de databank alleen betrekking kan hebben op de structuur van de databank (in dit geval enkel de normtabellen). De rechtbank stelt verder vast dat niet is gebleken dat gedaagde de structuur van de normtabellen heeft overgenomen van Pearson en voor zover dat (deels) wel is gebeurd, heeft Pearson niet gesteld dat de structuur van haar databank berust op een oorspronkelijke uiting van de creatieve vrijheid van de maker ervan. Pearson is derhalve niet geslaagd in haar bewijsopdracht, zodat haar vorderingen afgewezen worden.

1019h Rv proceskosten (90%): € 39.142,80. Proceskosten liquidatietarief (10%): € 710,50.

IEPT20130605, Rb Amsterdam, Pearson

.