Website blokkade toegestaan, volledige beëindiging inbreuk niet vereist; bemoeilijken voldoende

27-03-2014 Print this page
IEPT20140327, HvJEU, UPC Telekabel v Constantin Film


Zonder toestemming van rechthebbende beschermde werken op een website voor het publiek beschikbaar stellen is gebruik maken van diensten van als tussenpersoon aan te merken internet provider. Maatregelen die internet provider moet nemen ter uitvoering van rechterlijk verbod om toegang tot een website te verschaffen moeten doeltreffend zijn en niet-toegestane oproepingen van beschermde werken verhinderen of ten minste bemoeilijken: volledige beëindiging niet vereist.

 

AUTEURSRECHT

 

Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in een geding tussen UPC Telekabel Wien, een internetprovider en Constantin Film, een filmproductieonderneming, over een verzoek om UPC Telekabel te gelasten om de toegang te blokkeren tot een website waarop bepaalde films van Constantin Film zonder haar toestemming voor het publiek beschikbaar worden gesteld. De verwijzende rechter heeft vragen gesteld over uitlegging van artikel 8(3) van de Auteursrechtrichtlijn en over de verhouding tussen de blokkade van een website door een internetprovider en de grondrechten van de Unie.

 

Het Hof oordeelt allereerst dat de persoon die zonder toestemming van de rechthebbende beschermde werken op een website voor het publiek beschikbaar stelt in de zin van artikel 3(2) Arl het gebruik van diensten van een als tussenpersoon aan te merken internet provider in de zin van artikel 8(3) Arl inhoudt, aangezien de internetprovider noodzakelijkerwijs betrokken is bij elke doorgifte op internet van een inbreuk tussen een van zijn klanten en een derde.

 

Vervolgens gaat het Hof in op de vraag of een rechterlijk verbod aan een internetprovider om klanten toegang tot een website te verschaffen dat niet specificeert welke maatregelen moeten worden genomen in strijd is met de grondrechten van de Unie. Hoewel een dergelijk verbod de vrijheid van ondernemerschap beperkt, raakt het verbod niet de kern van de vrijheid van ondernemerschap. De internetprovider is immers vrij is om te bepalen welke maatregelen zij neemt om het beoogde resultaat te bereiken en een dergelijk bevel geeft de provider de mogelijkheid om aan aansprakelijkheid te ontkomen door aan te tonen dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen.

 

De nationale rechterlijke instanties moeten nagaan of een dergelijk verbod doeltreffend is om effectieve bescherming van grondrecht als vrijheid van informatie te verzekeren. Het Hof concludeert dat het voorkomende geval dat de verbodsmaatregelen niet tot volledige beëindiging van inbreuken leiden, niet tot strijd met de grondrechten van de Unie leidt, indien zij de internetgebruikers niet nodeloos de mogelijkheid ontzeggen om rechtmatig toegang tot beschikbare informatie te verschaffen, en indien zij het gevolg hebben dat zij niet-toegestane oproepingen van beschermde werken verhinderen of ten minste bemoeilijken. Hierbij is van belang dat klanten van de internetprovider ernstig worden ontraden om zich toegang te verschaffen tot deze in strijd met het intellectuele-eigendomsrecht voor hen beschikbaar gestelde werken.

 

IEPT20140327, HvJEU, UPC Telekabel v Constantin Film