Aanzienlijke verschillen tussen beeldmerken die een koe weergeven (voor snoep)

15-04-2014 Print this page
IEPT20140409, GEU, Pico Food v BHIM

Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van de nationale beeldmerken die een koe weergeven en de woordelementen „Original Sahne Muh-Muhs HANDGESCHNITTEN HANDGEWICKELT” en „SAHNE TOFFEE LUXURY CREAM FUDGE” bevatten, voor waren van klasse 30, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 553/20101 van de eerste kamer van beroep van het BHIM houdende verwerping van het beroep tegen de afwijzing door de oppositieafdeling van de oppositie ingesteld verzoekster tegen de aanvraag tot inschrijving van het beeldmerk dat een koe afbeeldt en de woordelementen „MILANÓWEK CREAM FUDGE” bevat, voor waren van klasse 30.

Het beroep wordt afgewezen. Er bestaat geen verwarringsgevaar tussen het aangevraagde beeldmerk dat een koe afbeeldt en de woordelementen "MILANÓWEK CREAM FUDGE" bevat en de oudere nationale beeldmerken die een koe weergeven en de woordelementen "Original Sahne Muh-Muhs HANDGESCHNITTEN HANDGEWICKELT” en "SAHNE TOFFEE LUXURY CREAM FUDGE” . Hoewel de betrokken waren identiek zijn, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de tekens op visueel, auditief en begripsmatig vlak. Dat de oudere merken een eventueel toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van het gebruik op het relevante grondgebied hebben verkregen, doet hieraan niet af.

51 Zelfs gesteld dat – zoals verzoekster aanvoert – de oudere merken een toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van het gebruik op het relevante grondgebied hebben, heeft de kamer van beroep dus geen blijk gegeven van een onjuiste opvatting door in casu te oordelen dat bij het relevante publiek geen verwarringsgevaar bestond, en dit ondanks het feit dat de betrokken waren dezelfde waren. Opgemerkt zij dat – anders dan verzoekster in haar schrifturen stelt – de kamer van beroep wel degelijk rekening heeft gehouden met het feit dat de oudere merken in voorkomend geval een toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van het gebruik op het relevante grondgebied konden hebben verkregen. De kamer van beroep heeft evenwel – terecht, zoals zojuist is vastgesteld – geoordeeld dat op basis van deze eventuele omstandigheid in casu geen verwarringsgevaar kon worden vastgesteld. Dienaangaande dient te worden opgemerkt dat – anders dan verzoekster in haar schrifturen lijkt te suggereren – een verschil bestaat tussen in het kader van de vergelijking van de tekens oordelen dat een van de elementen waaruit een samengesteld merk bestaat een zwak onderscheidend vermogen heeft, en in het kader van de globale beoordeling van het verwarringsgevaar oordelen dat een ouder merk al dan niet een toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van het gebruik heeft.

52 Ten slotte heeft de kamer van beroep geen blijk gegeven van een onjuiste opvatting door te oordelen dat evenmin gevaar voor verwarring met de andere ter ondersteuning van de oppositie aangevoerde oudere nationale merken bestond, aangezien deze nog meer verschilden van het aangevraagde merk.

Lees het arrest hier.