Geen belang vrijgeving bij douane vastgehouden producten wegens conservatoir beslag op deze producten

24-10-2014 Print this page
IEPT20141008, Rb Den Haag, PMS v Choons
(Met dank aan Timme Geerlof en Sabin Tigu, Ploum Lodder Princen)

Geen belang bij vrijgeving bij douane vastgehouden producten: door conservatoir beslag zorgt vrijgeving er niet voor dat PMS over producten kan beschikken. Vordering tot onmiddellijk vrijgeven toekomstige zendingen met producten identiek aan thans vastgehouden producten afgewezen.

 

PROCESRECHT

 

Kort geding. Choon’s verhandelt zogenaamde loom boards, waarmee van gekleurde elastiekjes armbanden, ringen, figuurtjes en andere ontwerpen gemaakt kunnen worden. Choon’s is houdster van een twee Gemeenschapsmodellen. Op verzoek van Choon’s zijn circa 30.000 dozen met producten die bestemd waren voor PMS vastgehouden door de douane op Schiphol. Het betrof de zogenaamde “Friendship Loom Set”. Choon’s heeft voorts verlof gekregen tot het leggen van conservatoir beslag op de producten. PMS vordert dat de zending wordt vrijgegeven en dat de zending van toekomstige producten die identiek zijn aan het PMS-product onmiddellijk dienen te worden vrijgegeven. De vorderingen worden afgewezen.

 

Volgens de voorzieningenrechter heeft Choon’s geen belang meer bij haar eerste vordering, omdat zolang het beslag voortduurt, het vrijgeven van de producten er niet voor zal zorgen dat zij over de producten kan beschikken. Ook de vordering voor vrijgeving van toekomstige zendingen wordt afgewezen. Toewijzing van de toekomstige vordering is slechts onder uitzonderlijke omstandigheden mogelijk, bijvoorbeeld bij misbruik van de haar toekomende rechten door Choon’s. Dat laatste kan, zelfs indien voor de huidige zending de stellingen van PMS zouden worden gevolgd, vooralsnog niet worden aangenomen zonder kennis van de concrete omstandigheden waaronder Choon's haar rechten zou willen uitoefenen. Denkbaar is dat Choon’s op goede gronden zal menen zich te kunnen beroepen op nieuwe feiten of stellingen. Ook kan discussie ontstaan over de vraag in hoeverre een eventuele volgende zending identiek is aan de thans vastgehouden zending.

 

IEPT20141008, Rb Den Haag, PMS v Choon’s