Geen verwarringsgevaar tussen woord/-beeldmerk “Livesafe” en gebruik “LiveSafe” door McAfee

06-07-2015 Print this page
IEPT20141118, Hof Den Haag, Livesafe v McAfee

Woord “Livesafe” beschrijvend voor software, telecommunicatie en veiligheidsdiensten: bestaat uit bestanddelen die verwijzen naar kenmerk van de waren en diensten. Onderscheidend vermogen woord “Livesafe” door gebruik niet aannemelijk gemaakt. Geen overeenstemming tussen woord/-beeldmerk “Livesafe” en teken “LiveSafe” van McAfee: niet onderscheidende woordbestanddeel “Livesafe” buiten beschouwing gelaten. Geen bijzondere omstandigheden die gebruik “LiveSafe” onrechtmatig maken en geen beroep op artikel 10bis lid 3 (1) Verdrag van Parijs.

 
MERKENRECHT - ONRECHTMATIGE DAAD

Livesave drijft een onderneming die alarmeringssystemen voor de veiligheid van mensen, dieren en objecten aanbiedt, waarbij gebruik wordt gemaakt van GPS signalen. Ze is rechthebbende op het Benelux woord/-beeldmerk “Livesafe”. McAfee is het McAfee LiveSafe pakket gaan aanbieden. Livesafe stelt dat McAfee inbreuk maakt op haar merk. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Livesafe afgewezen (IEPT20130731).

 

Het hof oordeelt dat het woord “Livesafe” beschrijvend is voor software, telecommunicatie en veiligheidsdiensten voor de bescherming van goederen en personen. Het woord bestaat namelijk uit bestanddelen die verwijzen naar kenmerken van de waren en diensten. Dat het woord “Livesafe” onderscheidend vermogen heeft verkregen door gebruik is niet aannemelijk gemaakt. Vanwege de beeldelementen in het woord/beeldmerk Livesafe kan het merk echter niet ieder onderscheidend vermogen worden ontzegd. Nu het niet onderscheidende woordbestanddeel bij het oordeel of sprake is van overeenstemming buiten beschouwing moet worden gelaten, oordeelt het hof dat het woord-/beeldmerk “Livesafe” en het teken “LiveSafe” van McAfee niet overeenstemmen. Bij gebreke van overeenstemming kan ook niet worden geoordeeld dat er sprake is van verwarringsgevaar.

 

Er zijn volgens het hof geen bijzondere omstandigheden die het gebruik van “LiveSafe” door McAfee onrechtmatig maken. Het beroep op artikel 10bis lid 3(1) Verdrag van Parijs wordt afgewezen. Van de in dat artikel bedoelde oneerlijke mededinging is geen sprake indien en zolang de daad van een concurrent waartegen wordt opgekomen slechts bestaat uit het gebruik van een voor diens product beschrijvende aanduiding.

 

IEPT20141118, Hof Den Haag, Livesafe v McAfee
 

(ECLI-versie)