Prejudiciële vragen over of het uitlenen van e-books onder het leenrecht valt

01-04-2015 Print this page
IEPT20150401, Rb Den Haag, VOB v Stichting Leenrecht
(Met dank aan Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger)

Prejudiciële vragen aan het HvJEU over of het uitlenen van e-books onder het leenrecht valt en of sprake kan zijn van uitputting en eigendomsoverdracht.

 

AUTEURSRECHT

 

Vervolg op IEPT20140903 (tussenvonnis), waarin de rechtbank voornemens was prejudiciële vragen te stellen over of e-books onder het leenrecht vallen en of er bij e-books sprake kan zijn van uitputting en eigendomsoverdracht. Alle partijen, met inbegrip van de interveniënten, zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de te stellen prejudiciële vragen. Naar aanleiding van de opmerkingen van partijen zal de rechtbank de volgende prejudiciële vragen voorleggen aan het HvJEU:

 

“1. Dienen de artikelen 1 lid 1, 2 lid 1 sub b en 6 lid 1 van richtlijn 2006/115 aldus te worden uitgelegd dat onder “uitlening” als daar bedoeld mede is te verstaan het zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel via een voor het publiek toegankelijke instelling voor gebruik ter beschikking stelten van auteursrechtelijk beschermde romans, verhalenbundels, biografieën, reisverslagen, kinderboeken en jeugdliteratuur

- door een kopie in digitale vorm (reproductie A) op de server van de instelling te plaatsen en het mogelijk te maken dat een gebruiker die kopie door middel van downloaden kan reproduceren op zijn eigen computer (reproductie B),

- waarbij de kopie die de gebruiker tijdens het downloaden maakt (reproductie B), na verloop van een beperkte termijn niet meer bruikbaar is, en

- waarbij andere gebruikers gedurende die termijn de kopie (reproductie A) niet kunnen downloaden op hun computer?

 

2. Als vraag 1. bevestigend moet worden beantwoord, staat artikel 6 van richtlijn 2006/115 en/of een andere bepaling van het Unierecht eraan in de weg dat lidstaten aan de toepassing van de in artikel 6 van richtlijn 2006/115 opgenomen beperking op het uitleenrecht de voorwaarde stellen dat de door de instelling ter beschikking gestelde kopie van het werk (reproductie A) in het verkeer is gebracht door een eerste verkoop of andere eigendomsovergang van die kopie in de Unie door de rechthebbende of met zijn toestemming in de zin van artikel 4 lid 2 van richtlijn 2001/29?

 

3. Als vraag 2. ontkennend moet worden beantwoord, stelt artikel 6 van richtlijn 2006/115 andere eisen aan de herkomst van de door de instelling ter beschikking gestelde kopie (reproductie A), zoals bijvoorbeeld de eis dat die kopie is verkregen uit legale bron?

 

4. Als vraag 2. bevestigend moet worden beantwoord, dient artikel 4 lid 2 van richtlijn 2001/29 aldus te worden uitgelegd dat onder de eerste verkoop of andere eigendomsovergang van materiaal als daar bedoeld mede wordt verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van een digitale kopie van auteursrechtelijk beschermde romans, verhalenbundels, biografieën, reisverslagen, kinderboeken en jeugdliteratuur?”


IEPT20150401, Rb Den Haag, VOB v Stichting Leenrecht

(ECLI-versie)