Bestekvoorwaarden auteursrechtelijk beschermd: geen overname wet- en regelgeving en niet triviaal of banaal. Onvoldoende onderbouwd dat Vendrig geen auteursrechthebbende is. Inbreuk op auteursrecht en persoonlijkheidsrechten Vendrig: duidelijke verveelvoudiging.
AUTEURSRECHT
Vendrig drijft een onderneming die zich bezig houdt met het adviseren, ontwerpen en begeleiden bij projecten voor grootkeukens en restauratieve voorzieningen ten behoeve van de nationale en internationale hotellerie, het onderwijs en de bedrijfs- en overheidscatering. Hiervoor schrijft zij bestekken. In de Bestekken van Vendrig zijn de uit te voeren werkzaamheden en de van toepassing zijnde administratieve, juridische en technische bepalingen schriftelijk vastgelegd. [G] heeft in het verleden in opdracht van Vendrig werkzaamheden uitgevoerd. Volgens Vendrig maakt [G] inbreuk op haar auteursrecht door delen van teksten van Vendrig te gebruiken in zijn eigen bestekken. De vorderingen worden toegewezen.
De rechtbank overweegt dat de bestekvoorwaarden auteursrechtelijk beschermd zijn. De bestekvoorwaarden zijn geen letterlijke herhaling van wet- en regelgeving, maar in de bestekvoorwaarden is de wet- en regelgeving verwerkt. [G] heeft onvoldoende onderbouwd waarom hierbij geen creatieve keuzes kunnen worden gemaakt, waardoor geen sprake is van keuzes die zo triviaal of banaal zijn dat zij niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Daar komt bij dat de teksten niet te herleiden zijn naar wet- en regelgeving.
[G] heeft in het licht van het verweer van Vendrig onvoldoende onderbouwd dat Vendrig geen auteursrechthebbende is. Uit de door Vendrig overgelegde stukken blijkt dat de betreffende teksten te herleiden zijn tot bestekken van Vendrig uit 2001 en 2003. Vendrig heeft voorts gesteld dat de bestekken door haar werknemers zijn gemaakt vanaf 2001.
De rechtbank oordeelt dat sprake is van auteursrechtinbreuk. De teksten zijn van [G] een duidelijke verveelvoudiging van de bestekvoorwaarden. Ook heeft [G] inbreuk gemaakt op de persoonlijkheidsrechten van Vendrig. [G] heeft niet afzonderlijk bestreden dat Vendrig, als zij aangemerkt kan worden als de originaire auteursrechthebbende, tevens de persoonlijkheidsrechten uit hoofde van artikel 25 Aw bezit. Ook is de inbreuk op die persoonlijkheidsrechten niet bestreden.
IEPT20150408, Rb Den Haag, Vendrig
