Geen spoedeisend belang vanwege gesloten vaststellingsovereenkomst

24-04-2015 Print this page
IEPT20150421, Rb Den Haag, Barplanet v Mijn Kroeg

Geen spoedeisend belang bij vorderingen Barplanet: discussiepunten over vaststellingsovereenkomst inmiddels achterhaald. Niet gesteld dat ten aanzien van reeds aangezegde boetes geen beslissing in bodemprocedure kan worden afgewacht. Geen spoedeisend belang bij subsidiaire vorderingen: inbreuken gestaakt

 

PROCESRECHT

 

Kort geding. Tussen partijen is een geschil ontstaan over het gebruik van “Barplanet” en “Barplanet.com” door Mijn Kroeg en de registratie van het Beneluxwoordmerk “BARPLANET.COM” door Mijn Kroeg. Nadat er een gedeeltelijke schikking heeft plaatsgevonden op één dag voor de mondelinge behandeling van het kort geding, hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Barplanet vordert dat Mijn Kroeg de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst nakomt en haar medewerking verleent aan het vastleggen van de vaststellingsovereenkomst in een proces-verbaal, zodat Barplanet over een executoriale titel kan beschikken.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat naar voorlopig oordeel geen sprake is van voldoende (spoedeisend) belang bij de vorderingen van Barplanet. Ter zitting is gebleken dat tussen partijen niet (langer) in geschil is dat zij - behoudens twee discussiepunten – afspraken hebben gemaakt in de vaststellingsovereenkomst om het geschil te beëindigen. Verder heeft Barplanet ter zitting verklaard dat de twee discussiepunten inmiddels achterhaald zijn, waardoor de vaststellingsovereenkomst partijen bindt met inachtneming van twee wijzigingen in de vaststellingovereenkomst.

 

Barplanet stelt verder dat Mijn Kroeg niet de afgesproken termijnen in acht heeft genomen bij de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst en dat daardoor een boete van €  262.500 verschuldigd is. Volgens de voorzieningenrechter is het enige belang bij het gevorderde bevel tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst dat deze alsnog wordt vastgelegd in een proces-verbaal, zodat Barplanet daarmee een executoriale titel verkrijgt om de aangezegde boetes te kunnen executeren. Het belang hierbij is naar voorlopig oordeel niet spoedeisend, omdat niet is gesteld dat en waarom ten aanzien van de reeds aangezegde boetes geen beslissing in een bodemprocedure kan worden afgewacht.

 

Ook de subsidiaire vordering wordt afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang. Nu voldoende aannemelijk is dat Mijn Kroeg gebruik van de tekens Barplanet en Barplanet.com als handelsnaam inmiddels heeft gestaakt, zij het Beneluxwoordmerk heeft laten doorhalen en zij in termijnen een bedrag van € 12.000,- aan Barplanet betaalt ter dekking van gemaakte proceskosten en schadevergoeding, bestaat er geen belang meer bij de subsidiair ingestelde vordering.


IEPT20150421, Rb Den Haag, Barplanet v Mijn Kroeg
 

(kopie origineel vonnis)