Oppositie tegen inschrijving internationale woordmerk “SAVOY CLUB” alsnog afgewezen

01-05-2015 Print this page
IEPT20150428, Hof Den Haag, Savoy Club
(Met dank aan Josine van den Berg, Klos Morel Vos en Reeskamp)

Oppositie tegen inschrijving Benelux deel van internationale woordmerk “SAVOY CLUB” alsnog afgewezen: Beneluxwoordmerk “SAVOY” waarop oppositie was gebaseerd vervallenverklaard in IEPT20140827 en hof gaat er vanuit dat merk “SAVOY” in relevante periode van vijf jaar niet normaal is gebruikt, aangezien dit niet is weersproken.

 

MERKENRECHT

 

Beschikking. Oppositie op grond van het woordmerk “SAVOY” tegen de inschrijving van het (de Benelux betreffende deel van het internationale) woordmerk “SAVOY CLUB”. Vervolg op IEPT20140805 (tussenbeschikking), waarin de beslissing is aangehouden totdat de rechtbank Rotterdam over de vervallenverklaring van het merk had beslist. Zie voor de toegewezen vervallenverklaring IEPT20140827 (Rb). Tegen dit vonnis is geen rechtsmiddel ingesteld en het merkdepot is inmiddels doorgehaald.

 

Het hof overweegt dat in artikel 2.16(2), aanhef en sub b, BVIE is bepaald dat de oppositieprocedure wordt opgeschort wanneer een vordering tot vervallenverklaring van het merk waarop de oppositie is gebaseerd is ingesteld. In artikel 2.16(3), aanhef en sub d, BVIE is bepaald dat de oppositieprocedure wordt afgesloten wanneer dat (oudere) merk niet meer geldig is. De vraag rijst volgens het hof of deze bepalingen overeenkomstig kunnen worden toegepast wanneer, zoals in casu, de dagvaarding tot vervallenverklaring pas tijdens de beroepsprocedure is ingesteld en of de oppositie al reeds op grond van de daarop volgende vervallenverklaring kan worden afgewezen. Enerzijds lijkt er dan geen belang meer te zijn bij de vordering, maar anderzijds volgt uit artikel 2.16(3) sub a BVIE jo. regel 1.29 sub 2 Uitvoeringsreglement BVIE dat de oppositie niet kan slagen indien de opposant niet voldoende bewijs heeft overgelegd van normaal gebruik in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de datum van publicatie van het merk waartoe de oppositie zich richt. In casu is de relevante periode van 13 februari 2009 tot 14 februari 2013, terwijl uit de stukken slechts kan worden afgeleid dat het merk niet normaal is gebruikt tussen 26 juni 2009 en 27 juni 2014.

 

Deze vraag behoeft echter geen beantwoording, nu [V] in haar beroepschrift en mondelinge behandeling het verweer heeft gevoerd dat de oppositie niet kan slagen omdat gedurende vijf jaar geen normaal gebruik is gemaakt van het merk, in de brief van 3 maart 2015 stelt dat duidelijk is dat het merk van [J] geen basis kan vormen voor de ingestelde oppositie en verzoekt de oppositie alsnog ongegrond te verklaren en [J] in zijn reactie op deze brief deze stelling en het daarop gebaseerde verzoek niet heeft weersproken. Het hof gaat er dan ook vanuit dat geen normaal gebruik is gemaakt van het merk in de relevante periode van vijf jaar en vernietigt de beslissing van het BBIE. De oppositie wordt alsnog afgewezen.


IEPT20150428, Hof Den Haag, Savoy Club
 

(kopie originele beschikking)