Geen bijtelling van aan merkhouder betaalde royalties bij transactiewaarde ingevoerde goederen

04-09-2015 Print this page
IEPT20150430, Hof Amsterdam, Inspecteur Belastingdienst

Geen bijtelling van aan merkhouder [C] betaalde royalties bij de transactieprijs van ingevoerde goederen (artikel 32(1) onder c CDW): niet aannemelijk dat fabrikanten op enigerlei wijze betaling van royalties aan [C] verlangen


DOUANE
 

Drie keer hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank van 9 augustus 2013. Belanghebbende heeft in opdracht van [A], maar in eigen naam en voor eigen rekening, invoeraangiften gedaan van schoeisel, kleding en kledingaccessoires. [A] is importeur en distributeur van deze artikelen en geeft opdracht aan verschillende fabrikanten om deze artikelen te maken en aan hem te leveren. [A] heeft met [C] een “Manufacturing, Distribution and Trademark License Agreement” gesloten. De inspecteur heeft op 10 maart 2011 belanghebbende een uitnodiging tot betaling uitgereikt met betrekking tot door hem in opdracht van [A] gedane invoeraangiften in de periode 1 januari 2005 – 30 juni 2009.  In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of de door [A] aan [C] betaalde royalty’s ten behoeve van de vaststelling van de douanewaarde dienen te worden geteld bij de transactieprijs die is overeengekomen tussen [A] en diverse fabrikanten. De rechtbank oordeelde eerder dat dit het geval is. De vonnissen worden vernietigd.

 

Naar ’s Hofs oordeel volgt uit deze overeenkomst weliswaar dat [C] aan [A] diverse stringente (kwaliteits)eisen stelt waaraan zowel de artikelen als de door [A] te contracteren fabrikanten dienen te voldoen, en dat [C] zich het recht voorbehoudt om diverse inspecties uit te voeren die [A] op haar beurt dient te bedingen jegens de fabrikanten. Hiermee is echter niet aannemelijk geworden dat [C] daarmee zodanige zeggenschap heeft gekregen over de fabrikanten, dat betaling van de royalties aan [C] een voorwaarde is geworden voor verkoop van de fabrikanten aan [A]. Het is naar het oordeel van het hof niet aannemelijk gemaakt door de inspecteur dat de fabrikanten op enigerlei wijze betaling van de royalties aan [C] verlangen. Er kan reeds daarom geen sprake zijn van de verplichting tot bijtelling van de royalties als bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder c van het CDW. Artikel 160 en 143 uit de Uitvoeringsverordening van het Communautair Douane Wetboek zorgen niet voor een ander oordeel.

 

IEPT20150430, Hof Amsterdam, Inspecteur Belastingdienst I 
(ECLI-versie)


IEPT20150430, Hof Amsterdam, Inspecteur Belastingdienst II 
(ECLI-versie)


IEPT20150430, Hof Amsterdam, Inspecteur Belastingdienst III
(ECLI-versie