Uitlatingen Pretium over "slamming" door Belcentrale niet onrechtmatig

22-05-2015 Print this page
IEPT20150513, Rb Rotterdam, Belcentrale v Pretium I

Bellen van klanten Belcentrale door Pretium over slamming door Belcentrale niet onrechtmatig: ongemak klanten gaat Belcentrale in beginsel niet aan. Nu aannemelijk is dat Belcentrale zich bezondigt aan slamming zijn negatieve uitlatingen Pretium hierover niet onrechtmatig. Pretium mag proberen klanten Belcentrale te bewegen om enquête Belcentrale met vraag die luidt dat de klant heeft ingestemd met diens overstap naar Belcentrale niet in te vullen: niet uit te sluiten dat deze formulieren (mede) bedoeld zijn als bewijsmiddel Belcentrale dat zij geen dwangsommen heeft verbeurd.

 

PUBLICATIE – ONRECHTMATIGE DAAD

 

Kort geding. Bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 20 januari 2015 is Belcentrale kortgezegd veroordeeld om zich te onthouden van het overnemen van klanten van Pretium zonder wilsovereenstemming tussen Belcentrale en die klanten (dit wordt ook wel aangeduid als “slamming”). Bij executievonnis van 15 april 2015 zijn de vorderingen van Belcentrale afgewezen en de dwangsommen verhoogd. In de onderhavige zaak vordert Belcentrale onder meer een verbod op negatieve uitingen door Pretium over slamming door Belcentrale aan klanten van Belcentrale. Zie ook het executiegeschil (IEPT20150513). De vorderingen worden afgewezen.

 

De vorderingen van Belcentrale tot bescherming van eer en goede naam zijn nauwelijks feitelijk onderbouwd, zodat niet niet (goed) valt vast te stellen dat Pretium zich in deze contacten op onnodig grievende wijze of anderszins onrechtmatige wijze pleegt uit te laten over Belcentrale. Uit de overgelegde transcripten blijkt met name dat deze drie klanten het vervelend vinden dat zij vaak door Pretium gebeld zijn en dat zij zich daarover beklagen bij Belcentrale. Naar voorlopig oordeel handelt Pretium aldus niet onrechtmatig jegens Belcentrale. Belcentrale stelt niet dat zij in de onderhavige procedure optreedt namens deze klanten, zodat het ongemak dat deze klanten ervaren Belcentrale in beginsel niet aangaat. Daarbij wordt opgemerkt dat aannemelijk is dat Belcentrale zich bezondigt aan slamming, waardoor het naar voorlopig oordeel niet onrechtmatig is dat Pretium zich over dat aspect negatief uitlaat in de contacten met deze klanten. Bovendien mag, nu aannemelijk is dat Belcentrale zich bezondigt aan slamming, minder snel de conclusie worden getrokken dat de eer en goede naam van Belcentrale worden aangetast.

 

De vordering van Belcentrale dat Pretium op grond van het zogenaamde WLR-akkoord verplicht is om ex-klanten die naar een andere telefooncentrale zijn overgestapt niet meer te benaderen, wordt afgewezen. Naar voorlopig oordeel mag een geslamde klant in dit verband niet gelijk word. Voorts wordt geoordeeld dat Pretium klanten van Belcentrale mag benaderen met het verzoek niet mee te werken met een enquête. Op de (overgelegde) enquêteformulieren is onder meer een vraag/ verklaring opgenomen die luidt dat de klant heeft ingestemd met diens overstap naar Belcentrale. De voorzieningenrechter sluit niet uit dat deze formulieren (mede) bedoeld zijn als bewijsmiddel voor Belcentrale dat zij geen dwangsommen heeft verbeurd, waardoor het niet onrechtmatig is voor Pretium om de klanten te proberen ertoe te bewegen aan een dergelijke enquête niet mee te doen.

 

IEPT20150513, Rb Rotterdam, Belcentrale v Pretium I

 

(ECLI-versie)