Buma niet geslaagd in bewijs dat Van Katwijk heeft ingestemd met betaling van 2012

22-05-2015 Print this page
IEPT20150520, Rb Noord-Holland, Van Katwijk v Buma
(Met dank aan Ilse Werts en Wim Maas, Deterink)

Uit overgelegde e-mail blijkt niet dat Van Katwijk heeft ingestemd met de uitbetaling voor optredens in de periode 2005-2010 in 2012. Nu vaststaat dat Buma in 2012 mogelijk te weinig aan Van Katwijk heeft uitgekeerd wordt zaak naar schadestaatprocedure verwezen. Op grond van artikel 16 Repartitiereglement heeft Van Katwijk geen recht op het reclameren over de afrekeningen gedaan in 2005-2007.

 

OVEREENKOMST - AUTEURSRECHT - SCHADE

 

Kort geding. Bij tussenvonnis van 1 februari 2015 (IEPT20150211) is Buma in de gelegenheid gesteld om de e-mail te overleggen waaruit naar voren komt dat Van Katwijk heeft ingestemd met de uitbetaling voor optredens in de periode 2005-2010 aan hem in 2012 door Buma gedaan. Uit de door Buma overgelegde e-mail blijkt echter slechts dat Van Katwijk klaagt over het uitblijven van (een voorstel tot) uitbetaling, maar niet dat partijen hier iets over hebben afgesproken.

 

Er staan daarom voldoende vast dat Buma in 2012 mogelijk te weinig heeft uitgekeerd aan Van Katwijk, waardoor de zaak voor bepaling van deze schade zal worden verwezen naar de schadestaatprocedure. Van Katwijk heeft op grond van artikel 16 van het Repartitiereglement geen recht meer op het reclameren over de afrekeningen gedaan in 2005, 2006 en 2007. Het verweer van Van Katwijk dat dit een onredelijk bezwarend beding is in de zin van artikel 6:237 sub h BW faalt, aangezien dit artikel ziet op bedingen tussen een gebruiker en een wederpartij die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het gevorderde voorschot op schadevergoeding wordt afgewezen. De gevorderde wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag en de vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.


IEPT20150520, Rb Noord-Holland, Van Katwijk v Buma
 

(kopie origineel vonnis)