Dwaling door Hergé Genootschap bij aangaan charter voor gebruik oeuvre Hergé

29-05-2015 Print this page
IEPT20150526, Hof Den Haag, Moulinsart v Herge Genootschap
(Met dank aan Katelijn van Voorst, FoxWaldmeister Advocaten)

Geen verklaring voor recht dat werk van Hergé tussen 2009 en 2012 zonder toestemming is gebruikt door HG : geen belang nu auteursrechtelijke grondslag is geëcarteerd. Beroep HG op dwaling ten aanzien van tussen partijen gesloten charter slaagt: onvoldoende betwist dat exclusieve publicatierechten m.b.t. Kuifje albums aan Casterman zijn overgedragen, terwijl Moulinsart stelde auteursrechthebbende te zijn. Gebruik domeinnaam “kuifje.nl” geen merkinbreuk sub a, b en d: niet gebruikt als merk en ongerechtvaardigd  voordeel trekken onvoldoende onderbouwd. Ook als niet nietigheid van gehele charter is ingeroepen geen verbod op gebruik “kuifje” in domeinnaam: charter spreekt over gebruik “Tintin” en niet over vertalingen. 

 

AUTEURSRECHT - OVEREENKOMST - MERKENRECHT

 

Hoger beroep tegen IEPT20140219, waarin de vorderingen van Moulinsart tegen Hergé Genootschap (HG) inzake auteursrechtinbreuk en merkinbreuk zijn afgewezen. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

Na een aantal wijzigingen van eis vordert Moulinsart een verklaring voor recht dat het Hergé Genootschap geen toestemming had om in de periode 23 april 2009 – 1 januari 2012 het werk van Hergé te gebruiken. Deze vordering wijst het hof af wegens gebrek aan belang. Nu Moulinsart de auteursrechtelijke grondslag in het onderhavige geschil heeft geëcarteerd en Moulinsart zich dus niet langer op een auteursrecht beroept, valt niet in te zien welk belang Moulinsart heeft bij een verklaring voor recht die er op neer komt dat HG geen toestemming had om werken uit het oeuvre Hergé openbaar te maken en/of te verveelvoudigen.

 

HG heeft zich beroepen op dwaling ten aanzien van het tussen haar en Moulinsart gesloten charter, op grond van het feit dat Moulinsart heeft gesteld auteursrechthebbende te zijn ten aanzien van het gehele oeuvre Hergé, terwijl tijdens de zitting van IEPT20140929 (vzgr) is gebleken dat de exclusieve publicatierechten ten aanzien van de albums aan Casterman zijn overgedragen. Moulinsart heeft onvoldoende betwist dat de rechten ten aanzien van de albums zijn overgedragen. Het beroep op dwaling slaagt daarom.

 

Het gebruik van de domeinnaam “kuifje.nl” levert naar het oordeel van het hof geen merkinbreuk op. Aangezien Moulinsart onvoldoende heeft onderbouwd dat HG het merk “kuifje” gebruikt ter onderscheiding van waren en/of diensten, wordt het beroep op artikel 2.20 (1) sub a en b BVIE afgewezen. Ook is, gelet op de betwisting van HG, naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd dat door HG ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen van het merk (sub d).

 

Moulinsart heeft nog gesteld dat de rechtbank onvoldoende heeft onderbouwd dat het charter verbiedt om gebruik te maken van de naam “kuifje” als onderdeel van een domeinnaam. Hoewel HG zich bij haar akte van 27 januari 2015 op dwaling voor wat betreft de publicatie van tekeningen en teksten uit de albums van Hergé beroept, begrijpt het hof uit de latere stellingen van HG dat zij met haar beroep op dwaling de nietigheid van het gehele charter heeft ingeroepen, waardoor de grief faalt. Ook voor zover wordt aangenomen dat wel de partiële nietigheid is ingeroepen, kan de vordering niet worden toegewezen. Het charter spreekt namelijk duidelijk over het gebruik van “Tintin” en niet over vertalingen.

 

IEPT20150526, Hof Den Haag, Moulinsart v Herge Genootschap

(ECLI-versie)