Converse in gelegenheid gesteld in beslag genomen schoenen fysiek op echtheid te onderzoeken

25-06-2015 Print this page
IEPT20150616, Hof Arnhem-Leeuwarden, Converse v Scapino

Geen aanleiding om op eindbeslissingen tussenarrest IEPT20141104. (Gevaar voor) marktafscherming en beïnvloeding mededinging relevante markt onvoldoende onderbouwd. 1407 van 3263 onderzochte schoenen vermoed van Infinity (door Converse geautoriseerde bron) afkomstig te zijn door aanwezigheid bestemmingscode W17. Onderzoek gerechtsdeurwaarder onvoldoende steun voor stelling dat 43% van alle schoenen wordt vermoed van Infinity afkomstig te zijn. Geen bewijslastomkering door bewijsnood Scapino: had zichzelf ervan kunnen vergewissen dat schoenen van door Converse geautoriseerde bron afkomstig waren en daarvan bewijs kunnen vragen. IFC-rapport Converse onvoldoende bewijs om vermoeden m.b.t. 1407 schoenen te ontzenuwen. Converse in gelegenheid gesteld om in beslag genomen schoenen fysiek op echtheid te onderzoeken.

 

MERKENRECHT

 

Vervolg op IEPT20141104, waarin onder andere een deskundigenonderzoek naar de aanwezigheid van tonglabelcode “W17” dat aantoont dat schoen van Infinity afkomstig is, is bevolen.

 

Het hof oordeelt allereerst dat er geen aanleiding is om op eerdere eindbeslissingen uit het tussenarrest (IEPT20141104) terug te komen. Het hof is niet van een onjuiste juridische of feitelijke grondslag uitgegaan. Voorts is onvoldoende onderbouwd dat er een (gevaar voor) marktafscherming bestaat en is de beïnvloeding van de mededinging door Converse op de relevante markt onvoldoende onderbouwd.

 

Uit het onderzoek door de gerechtsdeurwaarder van 3263 schoenen blijkt dat 1407 schoenen de tonglabelcode W17 bevatten, waardoor deze vermoed worden van Infinity afkomstig te zijn. Het hof volgt Scapino niet in haar stelling dat het feit dat 43% van de onderzochte schoenen vermoed worden van Infinity afkomstig te zijn, ook betekent dat kan worden vermoed dat 43% van alle schoenen moet worden vermoed van Infinity afkomstig te zijn. Het is onvoldoende duidelijk dat de onderzochte groep schoenen – gelet op de omvang en samenstelling van de totale groep schoenen – een representatieve selectie vormt van de totale groep. Dat Scapino in bewijsnood verkeert is geen reden om tot bewijslastomkering te komen. Scapino had zich ervan kunnen vergewissen dat de door haar verkochte schoenen van een door Converse geautoriseerde bron afkomstig waren en hier bewijs van kunnen vragen.

 

Het IFC-rapport van Converse, waarmee Converse wil aantonen dat de 1407 schoenen, ondanks dat zij de tonglabelcode bevatten, niet van Infinity afkomstig zijn, vormt onvoldoende bewijs om het vermoeden te ontzenuwen. Het vereiste verband ontbreekt, omdat het geen betrekking heeft op de schoenen die bij het onderhavige beslag zijn aangenomen en het onderzoek beoogt geen “assurance” te verschaffen. Het hof stelt Converse conform haar verzoek in de gelegenheid de in beslag genomen schoenen fysiek op echtheid te onderzoeken. Ook mogen partijen zich nog uitlaten over de proceskosten die zij op grond van artikel 1019h Rv vorderen.

IEPT20150616, Hof Arnhem-Leeuwarden, Converse v Scapino

(ECLI-versie)