Artikelen in Parool waarin advocaat wordt beschuldigd van witwassen niet onrechtmatig

07-10-2015 Print this page
IEPT20150623, Hof Amsterdam, Het Parool

Artikelen Parool waarin eiser (een advocaat) van witwassen wordt beschuldigd niet onrechtmatig: steun in feitenmateriaal. Bewijsaanbod appellant niet ter zake dienend: gaat om over welk feitenmateriaal Parool ten tijde van gewraakte publicatie kon beschikken. Geen schending beginsel hoor en wederhoor. Gebruikte bewoordingen niet onnodig grievend door steun in feitenmateriaal c.q. omdat sprake is van citaat van een derde. Appellant is publiek figuur. Geen schending artikel 8 EVRM: belang Parool bij publicatie weegt zwaarder dan belangen appellant.

 

PUBLICATIE

 

Hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank van 21 maart 2012, waarin is geoordeeld dat een aantal artikelen in Het Parool, waarin eiser (een advocaat) werd beschuldigd van witwassen, niet onrechtmatig waren. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

Het hof oordeelt dat het artikel niet onrechtmatig is, omdat het voldoende steun vindt in het toen aan Het Parool ter beschikking staande feitenmateriaal. Dat de deken anders heeft verklaard in een brief, laat onverlet dat Het Parool in 2010 eigen conclusies uit het haar beschikbare feitenmateriaal mocht trekken. Het bewijsaanbod van appellant is niet ter zake dienend, omdat het in casu gaat over om welk feitenmateriaal Het Parool ten tijde van de gewraakte publicatie kon beschikken.

 

Er is geen sprake van schending van hoor en wederhoor. Ook zijn de bewoordingen die zijn gebruikt in de publicaties niet onnodig grievend, omdat zij steun vinden in het feitenmateriaal. Ten aanzien van één gewraakte uitlating geldt dat het gaat om een uitlating van een derde, die wordt geciteerd, waarbij Het Parool als doorgeefluik fungeert. Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld, waarom Het Parool hier toch aansprakelijk voor zou zijn.

 

Het hof volgt appellant niet in zijn stelling dat hij geen publiek figuur was. Het hof overweegt dat appellant, gelet op zijn functie als advocaat en zijn optreden in het publieke domein, wel een publiek persoon was. Er is geen sprake van schending van artikel 8 EVRM, omdat het belang van Het Parool bij publicatie zwaarder weegt dan de belangen van appellant, onder meer vanwege de misstand die Het Parool in de artikelen aan de kaak stelt.

 

IEPT20150623, Hof Amsterdam, Het Parool

 

(ECLI-versie)