Hang Over attractie maakt inbreuk op auteursrecht Freak Out

10-07-2015 Print this page
IEPT20150707, Hof Den Bosch, KMG
(Met dank aan Henk Bethlehem en Douglas Mensink, Mensink ICT Advocatuur)

Dat bestreden vonnis geen termijn voor instellen hoofdzaak bevat betekent niet dat definitieve voorziening is gegeven. Eis in bodemprocedure tijdig ingesteld en belang KMG bij hoger beroep niet beperkt: dagvaarding binnen 1019i (2) Rv termijn uitgebracht. Niet aannemelijk dat Freak Out aan Frisbee en/of Ranger is ontleend: o.a. andere masten, kleurstelling en totaalindruk. Driedimensionale vormgevingselementen verlenen geen, althans onvoldoende persoonlijke stempel aan Freak Out. Totaalindruk Freak Out auteursrechtelijk beschermd door kleurstelling A-frame en “spiraal vormige” kleurstelling klepel/zwenkarm. Hang Over maakt inbreuk op Freak Out: o.a. overeenstemmende totaalindruk door gelijke kleurstelling en vorm mastconstructie. Geen slaafse nabootsing: onvoldoende betwist dat [D] schommelattractie niet zelf heeft nagemaakt of heeft laten namaken. Geen onrechtmatige daad: geen bijkomende omstandigheden.

 

PROCESRECHT – AUTEURSRECHT – SLAAFSE NABOOTSING – ONRECHTMATIGE DAAD

 

Hoger beroep tegen IEPT20141002 (vzgr), waarin is geoordeeld dat de “Hang Over” attractie (foto 2) inbreuk maakt op het auteursrecht op de “Freak Out” (foto 1). Het vonnis wordt bekrachtigd.  

 

Dat er in het bestreden vonnis geen termijn voor het instellen van de hoofdzaak is opgenomen, betekent niet dat er een definitieve voorziening is gegeven. Ook is de eis in de bodemprocedure tijdig ingesteld binnen de in artikel 1019i (2) Rv genoemde termijn, waardoor het belang van KMG bij het hoger beroep niet is beperkt.

 

Het hof oordeelt dat het niet aannemelijk is dat de Freak Out aan de “Frisbee” en/of “Ranger” is ontleend, aangezien de masten anders zijn en de kleurstelling verschilt. Daarnaast is de totaalindruk van de Freak Out geheel anders dan die van de Frisbee en de Ranger.

 

Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de driedimensionale vormgeving van de elementen van de Freak Out, geen, althans onvoldoende persoonlijke stempel aan de Freak Out verlenen. Zo is de driedimensionale vormgeving van de A-masten basaal en functioneel. Deze geeft geen blijk van vrije creatieve keuzes die aan de ‘Freak Out’ auteursrechtelijk een persoonlijke noot c.q. een persoonlijk stempel geven. De totaalindruk van de Freak Out is wel auteursrechtelijk beschermd door de kleurstelling van de A-Frame en de “spiraal vormige” kleurstelling van de klepel/zwenkarm. [D] maakt met de Hang over naar voorlopig oordeel inbreuk op de Freak Out, omdat de totaalindruk overeenstemt door de gelijke kleurstelling en vorm van de mastconstructie en omdat op de met de klepel/zwenkarm verbonden, overeenstemmende gondelarmen is eveneens de kleurstelling rood en geel aangebracht. De door [D] aangevoerde verschillen zijn onvoldoende om van een verschil in totaalindruk te kunnen spreken.

 

Omdat niet althans onvoldoende betwist vaststaat dat [D] de schommelattractie niet zelf heeft nagemaakt noch deze heeft doen namaken, is geen sprake van slaafse nabootsing. Zij heeft de attractie gekocht als gereed product. Voorts is geen sprake van onrechtmatig handelen doordat [D] zou hebben geprofiteerd van de inspanningen van KMG. Hiervoor zijn bijkomende omstandigheden nodig die zijn gesteld noch gebleken.

 

IEPT20150707, Hof Den Bosch, KMG

 

(ECLI-versie)