Geen verwarringsgevaar tussen beeldmerk "ECOSE TECHNOLOGY" en woordmerk "ECOSEC FACHADES" voor o.a. bouwmaterialen

27-07-2015 Print this page
IEPT20150715, GEU, Knauf Insulation Technology v BHIM II

Visueel sprake van lage overeenstemming, fonetisch wel overeenstemming en conceptueel geen directe overeenstemming.

Gemeenschapsmerk – Door aanvrager van het beeldmerk met de woordbestanddelen „ECOSE TECHNOLOGY” voor waren en diensten van de klassen 1, 2, 3, 16, 17, 19, 20 en 40 ingesteld beroep tot vernietiging van de beslissing in de zaken R 1193/2011‑5 en R 1426/2011‑5 van de vijfde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 4 mei 2012, houdende gedeeltelijke verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling waarbij de inschrijving van dit merk gedeeltelijk is afgewezen in het kader van de oppositie van de houder van het nationale woordmerk „ECOSEC FACHADAS” voor de waren van de klassen 17 en 19.

 

Het beroep wordt toegewezen. Tussen het beeldmerk ‘ECOSE TECHNOLOGY’ (zie afbeelding) en woordmerk ‘ECOSE FACHADES’ bestaat geen verwarringsgevaar. Ondanks dat het ene merk een beeldmerk en het andere merk een woordmerk is, kunnen ze wel worden vergeleken. Visueel is er sprake van een lage mate van overeenstemming tussen het beeld- en woordmerk, mede gelet op de figuratieve elementen van het aangevraagde beeldmerk. Voor zover het de woordelementen bevat zijn het beeld- en woordmerk fonetisch vergelijkbaar. Conceptueel is er geen sprake van een directe overeenstemming. Mede door de hoge mate van oplettendheid van het relevante publiek kunnen het beeldmerk en het woordmerk alleen in lage mate vergelijkbaar worden geacht.

 

50. In the light of the foregoing, given that, firstly, the conflicting signs are similar in terms of the word elements ‘ecose’ and ‘ecosec’; secondly, they differ with respect to the figurative elements, including the green colour and the slight inclination towards the right of the mark sought; and thirdly, the word elements ‘technology’ and ‘fachadas’ are different but of secondary importance due to, inter alia, their descriptive character, the conclusion must be that, contrary to the Board of Appeal’s findings, there is only a low degree of visual similarity between the conflicting signs and that the Board of Appeal’s finding that the signs are visually similar, albeit to a lower-than-average degree, is therefore incorrect.

 

74. In the light of the foregoing, given that, inter alia, the conflicting signs have only a low degree of similarity, that the earlier mark possesses normal distinctiveness and that the relevant public will have a high level of attention, the conclusion is that, overall, despite the fact that the goods covered by the mark sought are partly identical and partly similar to those designated by the earlier mark, there will not be a likelihood of confusion between the conflicting marks in the minds of the relevant public.

 

Lees het arrest hier.