Weigering te voldoen aan informatieverzoek met beroep op bankgeheim niet toegestaan
17-07-2015 Print this pageArt. 8(3) onder e) Handhavingsrichtlijn verzet zich tegen nationale bepaling op grond waarvan bank zich onbeperkt en onvoorwaardelijk op bankgeheim mag beroepen om niet aan informatieverzoek te voldoen.
PROCESRECHT
Geschil tussen Coty Germany, die parfums produceert en verkoopt en exclusief licentiehoudster is van het Gemeenschapsmerk “Davidoff Hot Water” en Stadtsparkasse, een bank. In januari 2011 kocht Coty Germany via een website voor internetveilingen een flesje parfum van het merk Davidoff Hot Water. Zij maakte de aankoopprijs van dat product over naar een door de verkoper aangegeven bankrekening bij Stadtsparkasse. Nadat Coty Germany had vastgesteld dat het om een inbreukmakend product ging, richtte ze zich uiteindelijk naar Stadtsparkasse, met een verzoek om de naam en het adres van de verkoper te verstrekken. Dit weigerde Sparkasse met een beriep op het bankgeheim. Uiteindelijk belandt de zaak bij het Oberlandesgericht Naumburg en wordt er een prejudiciële vraag gesteld over of artikel 8(3) Handhavingsrichtlijn in de weg staat aan een beroep op bankgeheim. Het hof van Justitie EU beantwoordt de prejudiciële vraag als volgt:
43. Gelet op al het voorgaande moet op de vraag worden geantwoord dat artikel 8, lid 3, onder e), van richtlijn 2004/48 aldus moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale bepaling als die in het hoofdgeding, op grond waarvan een bankinstelling zich onbeperkt en onvoorwaardelijk mag beroepen op het bankgeheim om niet over te gaan tot het verstrekken, uit hoofde van artikel 8, lid 1, onder c), van die richtlijn, van informatie over de naam en het adres van een rekeninghouder.