Artikel over oud-directeur Steve Jobs school niet onrechtmatig door steun in klachten ouders

03-09-2015 Print this page
IEPT20150902, Rb Zeeland-West-Brabant, Wegener
(Met dank aan Jens van den Brink en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan)

Wijziging van eis na comparitie en vonnisbepaling in strijd met goede procesorde: geen feiten en omstandigheden gebleken welke voorafgaand aan de comparitie nog niet bekend waren. Artikel in BN/DeStem waarin oud-directeur van een Steve Jobs school van een ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ wordt beschuldigd niet onrechtmatig: vindt steun in klachten ouders. Voldoende gelegenheid voor hoor en wederhoor.

 

PROCESRECHT – PUBLICATIE

 

Eiser is medeoprichter en directeur van de Steve Jobs basisschool in Breda geweest. In BN/DeStem heeft een artikel gestaan waarin wordt gesteld dat een ‘opvliegend karakter’ heeft en dat sprake was van ‘frauduleuze administratie’. Dit artikel is ook online raadpleegbaar. De Raad voor de Journalistiek heeft geoordeeld dat BN/DeStem onzorgvuldig heeft gehandeld. Eiser vordert o.a. verwijdering van het artikel. De vorderingen worden afgewezen.

 

De wijziging van eis na comparitie en na vonnisbepaling van eiser wordt niet toegestaan in verband met strijdigheid met de goede procesorde. Er zijn geen feiten en omstandigheden gebleken die voorafgaand aan de comparitie nog niet bekend waren.

 

Het artikel is volgens de rechtbank niet onrechtmatig, nu de kwalificaties van een ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ steun vinden in de klachten van ouders van leerlingen van de basisschool. Het is niet door eiser weersproken dat bij BN DeStem de identiteit van de klagers bekend was, terwijl was afgesproken dat zij niet met naam en toenaam in de artikelen genoemd zouden worden. Inmiddels het merendeel van de bronnen ingestemd met het noemen van hun naam. De uitlatingen in het artikel zijn dus te herleiden tot bronnen die voor publicatie met naam en toenaam bij BN DeStem bekend waren. De beslissing van de Raad voor de Journalistiek dat naar journalistieke maatstaven meer inzicht had moet worden gegeven in het verrichte onderzoek en het beschikbare bronnenmateriaal, maakt dit niet anders. Het is niet gebleken dat de conclusie van de Raad is gebaseerd op dezelfde feiten en omstandigheden als naar voren zijn gebracht in de onderhavige procedure.

 

IEPT20150902, Rb Zeeland-West-Brabant, Wegener
 

(ECLI-versie)