Geen betaling commissies: overeenkomst naar Libanees recht geëindigd

01-10-2015 Print this page
IEPT20150930, Rb Midden-Nederland, VIV
(Met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)

Overeenkomst naar Libanees recht (stilzwijgend) beëindigd indien komt vast te staan dat eiser verplichtingen niet is nagekomen. Nu eiser niet heeft voldaan aan verplichting om Libanese markt open te stellen is VIV geen commissie verschuldigd voor periode na 2006: openstelling eerder tegengewerkt. 

 

OVEREENKOMST - PROCESRECHT - MERKENRECHT

Eiser is een Libanese levensmiddelenonderneming en heeft een overeenkomst met VIV waarin is bepaald dat zij twee procent commissie verschuldigd is over de verkoopopbrengsten die VIV in Libanon genereert met het merk Cow Brand. Eiser heeft VIV naar aanleiding van deze overeenkomst een factuur gestuurd, waaruit volgens eiser zou blijken dat VIV onder de naam Cow Brand, dan wel Gold Medal, ghee is blijven leveren aan haar klanten zonder afdracht van commissie aan eiser. Eiser vordert betaling van deze commissie.

Op grond van het oordeel van een aantal deskundigen overweegt de rechtbank dat de overeenkomst naar Libanees recht (stilzwijgend) beëindigd wordt geacht, indien vast komt te staan dat eiser zijn verplichtingen niet na is gekomen. Aangezien eiser na 2006 niet meer aan zijn verplichting heeft voldaan om de Libanese markt open te stellen voor VIV, is de overeenkomst (stilzwijgend) beëindigd.

Eiser heeft inzage in de boekhouding van VIV gevorderd wegens export door VIV van Gold Medal ghee-producten vanaf 28 januari 2008, waarvoor VIV op grond van de overeenkomst een commissie van 2% zou moeten betalen. Omdat de overeenkomst in 2006 is beëindigd, wordt de gevorderde inzage in de boekhouding van VIV afgewezen.

Ook de gevorderde commissie van € 46.933,34, die zou blijken uit een factuur van VIV van 31 december 2008, wordt afgewezen. Voor zover de stellingen van eiser ten aanzien van de verschuldigdheid van commissie over de jaren 2009, 2009 en de jaren daarna tevens opgeld doen voor het jaar 2009, wordt dit deel van de vordering van eiser afgewezen wegens beëindiging van de overeenkomst. Eiser heeft voorts in het licht van de reactie van VIV dat zij de factuur per ongeluk heeft verstuurd haar vordering onvoldoende onderbouwd. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEPT20150930, Rb Midden-Nederland, VIV

Lees het vonnis hier.