Google moet persoonsgegevens playstore account dat illegale e-books verkocht afgeven

06-10-2015 Print this page
IEPT20151005, Rb Den Haag, Brein v Google
(Met dank aan Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger)

Vzgr bevoegd ten aanzien van vorderingen m.b.t. landen binnen EU: niet bestreden door Google. Vzgr bevoegd ten aanzien van vorderingen m.b.t landen buiten de EU: schadebrengende feit doet of kan zich in Nederland voordoen. Afgifte persoonsgegevens (art. 28(9) Aw) Playstore-account Flȃmanca Hollanda toegewezen: uit te gaan van inbreuk op auteursrechten van bij Brein aangeslotenen in Nederland. Geen beperking artikel 28(9) Aw dat bevel om informatie af te geven slechts mogelijk is indien inbreukmaker partij is in procedure. Voldoende aannemelijk dat afgifte noodzakelijk en evenredig is: belangen Brein wegen zwaarder dan belangen Flȃmanca Hollanda en Google. Onvoldoende onderbouwd dat afgifte persoonsgegevens in strijd met buitenlandse privacywetgeving kan komen. Tussenvonnis: voorwaarde gesteld dat betrokkene niet binnen 14 dagen na datum van dit vonnis bij Google verzet aantekent om verstrekking gegevens te voorkomen.

 

IPR – AUTEURSRECHT - PROCESRECHT

 

Kort geding. Google biedt onder de naam ‘Google Play’ een applicatie aan, waarmee apps, films, muziek en e-books worden aangeboden. Brein heeft geconstateerd dat een uitgeverij via Google Play Boeken onder de naam ‘Flȃmanca Hollanda’ en groot aantal Nederlandstalige e-books van Nederlandse auteurs werden aangeboden, voor lage prijzen. Volgens Brein maken de e-books inbreuk het auteursrecht van haar aangeslotenen. Brein heeft daarom bij Google melding gemaakt van de gestelde inbreuk en Google verzocht het account te verwijderen en de persoonsgegevens van ‘Flȃmanca Hollanda’ af te geven. Google heeft dit geweigerd. Brein vordert nu afgifte van de persoonsgegevens.

 

Allereerst oordeelt de voorzieningenrechter dat hij bevoegd is ten aanzien van de vorderingen met betrekking tot landen binnen de EU, aangezien dit niet is bestreden door Google. Ten aanzien van de vorderingen met betrekking tot buiten de EU oordeelt de voorzieningenrechter dat hij ook bevoegd is, aangezien het schadebrengende feit zich in Nederland voordoet of kan voordoen in de zin van artikel 7 lid 2 EEX II-Vo/6 onder e Rv.

 

Brein voert aan dat in wezen sprake is van piraterij doordat de via Google Play aldus in Nederland aangeboden e-books evident illegale kopieën zijn. Dit is als zodanig door Google niet bestreden. Dat mogelijk sprake is van een geldige licentie of uitputting is door Google niet onderbouwd. Hierbij wreekt dat Google geen contact met de accounthouder/verkoper Flȃmanca Hollanda heeft gezocht voor een reactie op de aantijgingen van Brein. De voorzieningenrechter gaat daarom uit van inbreuk op de auteursrechten van de bij Brein aangeslotenen in Nederland. Verder overweegt de voorzieningenrechter dat, anders dan bij artikel 2.22 (5) BVIE, voor artikel 28(9) Aw niet geldt dat een bevel om informatie af te geven slechts mogelijk is indien de inbreukmaker partij is bij de procedure. In het artikel is geen beperking te lezen en ook de parlementaire geschiedenis ondersteunt de lezing van Google niet.

 

Het is volgens de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat afgifte noodzakelijk en evenredig is, nu de belangen van Brein zwaarder moeten wegen dan de belangen van Flȃmanca Hollanda en Google. Het lijkt Flȃmanca Hollanda om niets anders dan het verspreiden van inbreukmakende e-books en het valt onvoldoende in te zien waarom het privacybelang van deze, niet in de privésfeer, maar in het economisch verkeer actieve persoon, anderszins zou moeten prevaleren. Voor zover anders over de toepasselijkheid van artikel 28(9) Aw zou moeten worden geoordeeld, zou het bovendien in strijd komen met de Google betamende zorgvuldigheid om de gegevens niet af te geven, waarbij de voorzieningenrechter verwijst naar het Lycos-arrest van de Hoge Raad (IEPT20051125).

 

Google heeft nog gesteld dat de afgifte van de gegevens mogelijk in strijd zou komen met buitenlandse privacywetgeving. De voorzieningenrechter overweegt dat is gebleken dat naar Nederlands recht een verplichting tot afgifte bestaat. Het verweer van Google is in wezen een beroep op overmacht, nu zij stelt dat nakoming van haar verplichting naar Nederlands recht haar door toepasselijke buitenlandse privacywetgeving onmogelijk wordt gemaakt. Google heeft echter op geen enkele buitenlandse rechtsregel gewezen die dit gevolg met zich brengt.

 

Omdat onzeker is of Flȃmanca Hollanda verzet aantekent, wijst de voorzieningenrechter een tussenvonnis, waarbij Google wordt bevolen de gevorderde gegevens aan Brein te geven, onder voorwaarde dat Flȃmanca Hollanda geen verzet aantekent tegen de aangekondigde verwerking van persoonsgegevens. Mocht er verzet komen, dan zal dit aan de voorzieningenrechter worden voorgelegd zoals door BREIN beoogd, waarbij Google de reactie van de houder op het verwijt van BREIN en eventuele door hem/haar nog specifiek gestelde belangen geanonimiseerd zal inzenden.

 
IEPT20151005, Rb Den Haag, Brein v Google

(ECLI-versie)