Aanbod korte video's op website van een krant kan audiovisuele mediadienst zijn

30-10-2015 Print this page
IEPT20151021, HvJEU, New Media Online

Videofilms van korte duur op subdomein van krantenwebsite kunnen vallen onder programma-begrip richtlijn audiovisuele mediadiensten. Hoofddoel van videodienst bij krantenwebsite hangt af van vraag of video’s autonome inhoud en functie hebben ten opzichte van de journalistieke activiteit van de website, en niet enkel een onlosmakelijke aanvulling hierop zijn.

MEDIARECHT

Uit het perscommuniqué: "New Media Online, een vennootschap gevestigd te Innsbruck (Oostenrijk), beheert de „Tiroler Tageszeitung online” (www.tt.com). Op deze website staan voornamelijk schriftelijke bijdragen. Op de datum van de feiten (2012) bevatte de website echter een link met het opschrift „Video” naar een subdomein dat door middel van een zoekcatalogus toegang bood tot meer dan 300 video’s. Deze video’s varieerden in lengte van ongeveer 30 seconden tot enkele minuten en gingen over verschillende onderwerpen, zoals lokale gebeurtenissen en evenementen, straatinterviews over actuele onderwerpen, sportevenementen, filmtrailers, knutselhandleidingen voor kinderen of door de redactie geselecteerde video’s van lezers. Slechts een klein deel van de video’s hield verband met de artikelen op de website van de krant. Daarnaast was een deel van de video’s geproduceerd door een regionale televisieomroep, Tirol TV. Deze video’s waren ook op website van die omroep toegankelijk.

Volgens de Kommunikationsbehörde Austria (Oostenrijkse regelgevende instantie op het gebied van de telecommunicatie) vormt het litigieuze subdomein met video’s een audiovisuele mediadienst op aanvraag, die in Oostenrijk aan een meldingsplicht is onderworpen. De Bundeskommunikationssenat (Oostenrijkse autoriteit die bevoegd is kennis te nemen van beroepen tegen beslissingen van de Kommunikationsbehörde Austria) heeft dit oordeel bevestigd. Daarop heeft New Media Online het Verwaltungsgerichtshof aangezocht. Deze rechterlijke instantie verzoekt het Hof van Justitie de richtlijn audiovisuele mediadiensten1 uit te leggen. Deze richtlijn is onder meer bedoeld om consumenten, in het bijzonder minderjarigen, te beschermen. Bij de richtlijn zijn vereisten neergelegd die audiovisuele mediadiensten in acht moeten nemen, met name over commerciële communicatie en sponsoring."

 

Het Hof van Justitie EU beantwoordt de vragen als volgt:

1) Het begrip „programma” in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten), moet aldus worden uitgelegd dat het de beschikbaarstelling omvat van videofilms van korte duur met korte fragmenten van lokale nieuwsbulletins, sport of amusement op een subdomein van de website van een krant.

2) Artikel 1, lid 1, onder a), i), van richtlijn 2010/13 moet aldus worden uitgelegd dat bij de beoordeling van het hoofddoel van een dienst die bestaat in de beschikbaarstelling van video’s in het kader van de elektronische versie van een krant moet worden onderzocht of die dienst als zodanig een autonome inhoud en functie heeft ten opzichte van de journalistieke activiteit van de beheerder van de litigieuze website, en niet enkel een onlosmakelijke aanvulling op deze activiteit is, met name door de banden van het audiovisuele aanbod met de aangeboden teksten. Het staat aan de verwijzende rechter dit te beoordelen.

 

IEPT20151021, HvJEU, New Media Online

 

(ECLI-versie)