Kruiswerk niet onrechtmatig gehandeld jegens Kruisvereniging door sturen van brieven naar hun gezamenlijke leden

04-10-2017 Print this page
IEPT20151103, Hof Den Bosch, Kruisvereniging v Kruiswerk

Kruiswerk niet onrechtmatig jegens Kruisvereniging gehandeld door brieven te sturen naar leden die van beide verenigingen lid waren en hen proberen te bewegen lid enkel lid te worden van Kruiswerk:  ontvangers brief waren al lid van Kruiswerk en slechts 2 brieven gestuurd. Vrijheid van meningsuiting van Kruiswerk prevaleert boven recht op eerbiediging eer en goede naam Kruisvereniging: uitlatingen in de brieven van 13 november en 3 december 2014 feitelijk juist en niet onnodig grievend, uitlating in brief van 13 november 2014, dat Kruiswerk door de rechter volledig in het gelijk gesteld is, niet feitelijk onjuist en Kruisvereniging onvoldoende onderbouwd dat de uitlatingen van Kruiswerk voor haar ernstige gevolgen hebben gehad. Kruiswerk niet onrechtmatig gehandeld.

 

ONRECHTMATIGE DAAD - PUBLICATIE

 

Kruisvereniging is een overkoepelend orgaan van lokale kruisverenigingen, verenigingen gericht op het verzorgen van zieken en gewonden. Kruisvereniging is in 1984 opgericht. Kruiswerk is een vereniging van ook lokale kruisverenigingen, welke zich samen in 2013 hebben afgesplitst van Kruisvereniging. In november en december van 2014 heeft Kruiswerk brieven gestuurd naar de leden die destijds door haar als afdeling van Kruisvereniging zijn aangenomen en die op grond van de statuten zowel lid zijn van Kruisvereniging als Kruiswerk, verzocht om voor wat betreft het lidmaatschap van beide verenigingen een keuze te maken en daarbij te kiezen voor het lidmaatschap van Kruiswerk.


In kort geding heeft Kruisvereniging Kruiswerk gedagvaard en onder meer gevorderd om Kruiswerk te verbieden leden van Kruisvereniging te verzoeken hun lidmaatschap van Kruisvereniging op te zeggen en tevens te verbieden enig nadelig bericht met betrekking tot Kruisvereniging naar buiten te brengen. Aan de vorderingen legt Kruisvereniging ten grondslag dat Kruiswerk onrechtmatig heeft gehandeld door stelselmatig leden van Kruisvereniging die ook lid zijn van Kruiswerk te bewegen om hun lidmaatschap bij Kruisvereniging op te zetten en haar oneerlijk te beconcurreren en door zich daarbij negatief en onwaar uit te laten over Kruisvereniging. 
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Kruisvereniging afgewezen. Kruiswerk heeft volgens de voorzieningenrechter niet onrechtmatig gehandeld. De tekst in de brief was wervend, niet feitelijk onjuist en niet onnodig grievend voor Kruisvereniging.

 

Hiertegen komt Kruisvereniging in beroep. 
Kruisvereniging stelt dat Kruiswerk onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door via brieven van 13 november en 3 december 2014, leden van Kruisvereniging te bewegen om hun lidmaatschap bij Kruisvereniging op te zeggen en hun lidmaatschap bij Kruiswerk op te zeggen. Naar het voorlopig oordeel van het Hof heeft Kruiswerk niet onrechtmatig jegens Kruisvereniging gehandeld. Kruiswerk mocht de gezamenlijke leden (die bij Kruiswerk en Kruisvereniging lid waren), informeren over de ontstane situatie en mocht Kruiswerk de gezamenlijke leden verzoeken een keuze te maken tussen een van de twee kruisverenigingen. Daarbij mocht zij wijzen op de verschillen tussen de twee verschillende pakketten van de verenigingen. Van belang hierbij acht het hof dat de ontvangers van de brief al lid waren van Kruiswerk en dat Kruiswerk maar twee brieven heeft gestuurd.
Ten aanzien van de onrechtmatigheid van de inhoud van de uitlatingen oordeelt het hof dat Kruiswerk niet onrechtmatig heeft gehandeld gezien de inhoud van de uitlatingen. Bij een hier noodzakelijke afweging van de omstandigheden van het geval komt namelijk naar voren dat het recht op vrije meningsuiting van Kruiswerk prevaleert boven het recht op eerbiediging van eer en goede naam van Kruisvereniging. Het hof oordeelt ten aanzien van deze afweging dat, afgezien van de uitlatingen die in het arrest apart worden besproken, feitelijk juist en niet onnodig grievend zijn, aangezien de Grief die hier op ziet enkel een motiveringsklacht betreft. De toelichting bevat geen klacht dat één of meer concrete uitlatingen, feitelijk onjuist en/of onnodig grievend zijn. Slechts ten aanzien van één concrete uitlating heeft Kruisvereniging in haar memorie van grieven betoogd dat deze,anders dan de voorzieningenrechter heeft geoordeeld, feitelijk onjuist is. Het gaat om de uitlating dat Kruiswerk door de rechter volledig in het gelijk gesteld is, terwijl een geldvordering van Kruiswerk is afgewezen. Kruisvereniging wijst er volgens het hof terecht op dat de uitlating betrekking heeft op de zin die terugslaat op de zin dat Kruisvereniging de verzelfstandiging van Kruiswerk via de rechter heeft proberen tegen te houden. De uitlatingen in de brieven zijn naar het oordeel van het hof dus feitelijk juist.
De gestelde ernst van de te verwachte gevolgen van de uitlatingen in de brieven zijn naar het oordeel van het hof onvoldoende feitelijk onderbouwd en blijken ook niet uit de bekende feiten waaruit afgeleid kan worden dat het ledenverlies voor Kruisvereniging veel lager is dan de door haar gestelde 25%.

Alle grieven falen en het bestreden vonnis wordt bekrachtigd.

 

IEPT20151103, Hof Den Bosch, Kruisvereniging v Kruiswerk

 

ECLI:NL:GHSHE:2015:4437

 

Cassatieberoep verworpen: IEPT20170210, HR, Kruisvereniging v Kruiswerk