Opgave toegewezen: gegevens kunnen extra duidelijkheid over dreigende inbreuk verschaffen

27-11-2015 Print this page
IEPT20151126, Rb Den Haag, Moooi v Lforlight
(Met dank aan Daan van Eek, Hoogenraad & Haak)

Nietigheid dagvaarding gedekt door verschijning in geding en aanwezigheid pleitnota. Spoedeisendheid aangenomen door lage en onduidelijke boeteclausule. Vordering tot opgave toegewezen: gegevens kunnen extra duidelijkheid over dreigende inbreuk verschaffen. Vordering tot waarmerk door registeraccount en winstafdracht afgewezen: geen spoedeisend belang, vordering tot vernietiging afgewezen: betreft onomkeerbare maatregel. Bezwaar gevorderde proceskosten onvoldoende betwist, waardoor aansluiting wordt gezocht bij Indicatietarieven in IE-zaken.

AUTEURSRECHT – MERKENRECHT – PROCESRECHT

Kort geding in twee zaken (IEPT20151126) en (IEPT20151126) die in grote mate overeen komen. Moooi is een onderneming die (klein)meubilair, interieurartikelen, designproducten en verlichtings-artikelen ontwerpt, produceert en verhandelt. Mooi produceert onder andere verschillende lampen die de ontwerpers en rechthebbenden bij haar in licentie hebben gegeven. Moooi is houdster van enkele merkregistraties, alle ingeschreven voor – onder meer - waren in klasse 11: lichtinstallaties; lampen en lampenkappen; LED verlichting; ornamenten voor verlichting. LforLight is een eenmanszaak die lampen en andere producten op de (Europese) markt brengt en Secto is en Fins ontwerpbureau. Moooi stelt dat Lforlight en Secto Design inbreuk maken op haar auteurs- en merkrechten.

De rechtbank oordeelt dat de gestelde nietigheid van de dagvaarding wordt gedekt doordat Lforlight is verschenen in het geding, en zij bovendien een pleitnota had, wat impliceert dat zij voldoende in staat is gesteld zich tegen het in de dagvaarding gestelde te verdedigen.

De spoedeisendheid wordt door de voorzieningenrechter aangenomen door de lage en bovendien onduidelijke boeteclausule. De vordering tot opgave wordt toegewezen, aangezien de gegevens uit de opgave extra duidelijkheid over de dreigende inbreuk kunnen verschaffen.

De vorderingen tot het waarmerk van de opgave door een registeraccount wordt afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang, evenals de vordering tot winstafdracht. De vordering tot afgifte en vernietiging wordt afgewezen omdat dit een onomkeerbare maatregel betreft en het geschil een kort geding betreft.

Het bezwaar omtrent de door Moooi gevorderde proceskosten is onvoldoende betwist, waardoor aansluiting wordt gezocht bij Indicatietarieven in IE-zaken, wat neerkomt op € 3.000,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 613,- aan griffierecht en € 77,84 aan explootkosten, in totaal derhalve op € 3.690,84 in (IEPT20151126) en € 5.690,84 in (IEPT20151126).

IEPT20151126, Rb Den Haag, Moooi v Lforlight
(ECLI-versie)

IEPT20151126, Rb Den Haag, Secto Design v Lforligh
(ECLI-versie)