Verwarringsgevaar tussen tweestrepenmotief H&M en driestrepenmotief Adidas

02-12-2015 Print this page
IEPT20151201, Hof Arnhem-Leeuwarden, H&M v Adidas
(Met dank aan Gregor Vos, Klos Morel Vos & Reeskamp)

Voldoende spoedeisend belang: na 17 jaar nog geen bereidheid om onthoudingsverklaring te tekenen en nog steeds betwist dat sprake is van merkinbreuk. Verwarringsgevaar met tweestrepen-teken door bekendheid driestrepenmotief, gelijksoortigheid waren en overeenstemming tussen tekens. H&M miskent post sale confusion: feit dat kleding alleen in eigen winkels wordt verkocht doet dus niets af aan verwarringsgevaar. Afbreuk onderscheidend vermogen en reputatie: verwarringsgevaar bij aanzienlijk deel publiek, waardoor economische gedrag publiek wijzigt.

MERKENRECHT - PROCESRECHT

Hoger beroep tegen vonnis van 2 oktober 1997, welke heeft geleid tot cassatie (zie IEPT20091211) en een prejudiciële beslissing (zie IEPT20080410). Adidas A.G. is houder van een aantal Benelux en Internationale inschrijvingen houder van beeldmerken, telkens gevormd door een motief van drie verticaal en parallel lopende strepen van gelijke breedte die zijn aangebracht over de gehele lengte van de zijkant van schouders, mouwen en broekspijpen en/of zijnaden van een kledingstuk, uitgevoerd in een met de basiskleur van het kledingstuk contrasterende kleur. De merken zijn ingeschreven voor sport- en vrijetijdskleding. Adidas B.V. is exclusief licentienemer van Adidas A.G. voor de Benelux. H&M is een internationaal bedrijf in de textielhandel met een groot aantal verkooppunten in Nederland, en heeft fitnesskleding op de markt gebracht, voorzien van twee parallel lopende verticale witte strepen. Hierover is tot de Hoge Raad geprocedeerd, waarna terugverwijzing naar het hof heeft plaatsgevonden.  

Het hof oordeelt dat Adidas voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Het feit dat sinds het kort geding in eerste aanleg 17 jaar verstreken is, doet niet af dat er nog steeds geen bereidheid is om een onthoudingsverklaring te tekenen en er nog steeds betwist is dat er sprake is van een merkinbreuk, waardoor de spoedeisendheid wordt aangenomen.

Verder oordeelt het hof dat genoegzaam is aangetoond (door onder andere de overlegging van catalogi, de omvang van hun sponsoractiviteit, de verkoopgegevens et cetera) dat het drie-strepenbeeldmerk een algemeen bekend merk is. Er is volgens het hof sprake van overeenstemming tussen de tekens aangezien de strepen van H&M ook parallel lopen van gelijke breedte zijn, die bovendien zijn aangebracht over de gehele lengte van de zijkant van de schouders, de mouwen en de broekspijpen van de kledingstukken, met het verschil dat het twee in plaats van drie strepen betreft.

Er is sprake van verwarringsgevaar, gezien de bekendheid van het drie-strepenmotief, de gelijksoortigheid van de waren waarvoor het merk is ingeschreven en het teken van H&M, en de mate van overeenstemming hiertussen, waardoor Adidas zich in beginsel kan verzetten tegen het gebruik van het twee-strepenmotief door H&M. Het feit dat H&M de kleding met het tweestrepenmotief alleen in haar eigen winkels verkoopt, doet niets af aan verwarringsgevaar aangezien er ook sprake kan zijn van post sale confusion. Het gebruik van twee-strepenmotief door H&M brengt verder mee dat er sprake is van afbreuk aan onderscheidend vermogen en de reputatie van het driestrepenmotief. Dit omdat uit marktonderzoeken blijkt dat een aanzienlijk deel van het publiek in verwarringsgevaar verkeert, waardoor het economische gedrag van het publiek als gevolg van dat gebruik wijzigt of dat er een grote kans bestaat dat dit gedrag in de toekomst wijzigt. Volgens het hof is er geen sprake van een geldige reden en worden overige verweren van H&M afgewezen.

Het hof oordeelt dat er inbreuk is op fitnesskleding waarop het teken is aangebracht, en niet op het gebruik van het twee-strepenmotief op ieder kledingstuk. Wel gaat het verbod op voor shirts en korte en lange broeken waarop op dezelfde plaats twee strepen zijn aangebracht. Verder is gesteld noch gebleken dat Adidas AG aan Adidas Benelux een machtiging heeft gegeven om zelfstandig een verbodsactie in te stellen, waardoor de vorderingen van Adidas Benelux worden afgewezen. Alle overige vorderingen worden afgewezen. Wel maakt volgens de rechter Adidas aanspraak op volledige proceskostenvergoeding van € 108.299,61.

IEPT20151201, Hof Arnhem-Leeuwarden, H&M v Adidas

(Kopie originele vonnis)