Octrooi voor “samenstelling van tramadol en acetaminofen” niet inventief

08-02-2016 Print this page
IEPT20160202, Hof Den Haag, Janssen v Mylan

Probleemstelling EP 709: alternatief vinden voor pijnbestrijdingsbehandeling uitgaande van prior art Ganzer. EP 709 niet inventief: vakman zou bij oplossing probleemstelling uitkomen op combinatiepreparaat van tramadol en acetaminofen in gewichtsverhouding die valt binnen het in conclusie 1 geclaimde bereik. Ook overige conclusies niet inventief. Nietigverklaring ABC 300152 bekrachtigd door niet-inventiviteit EP 709. Proceskosten volgens liquidatietarief: geen handhaving IE-rechten en door Mylan gestelde dreiging van handhaving onvoldoende concreet voor vooruitgeschoven inbreukverweer.

 

OCTROOIRECHT – PROCESRECHT

 

Hoger beroep tegen IEPT20131112, waarin het ABC van Janssen nietig is verklaard, omdat octrooi EP 709 voor een “samenstelling van tramadol en acetaminofen” niet inventief was. Ook werd geoordeeld dat er geen volledige proceskostenveroordeling kon plaatsvinden, nu geen sprake was van een zuivere nietigheidsactie. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

Het hof gaat er met Mylan vanuit dat de in conclusie 1 geclaimde materie geen verbetering inhoudt ten opzichte van de in Ganzer geopenbaarde behandeling van pijn, maar daar slechts een alternatief voor biedt dat gelijkwaardig werkt. De objectieve probleemstelling wordt daarom geformuleerd als het verschaffen van een alternatief voor de behandeling van pijn door gelijktijdig oraal tramadol en rectaal acetaminofen toe te dienen in een gewichtsverhouding van 1:20.

 

Octrooi EP 709 is niet inventief, omdat de vakman bij het oplossen van de probleemstelling zou uitkomen op een combinatiepreparaat van tramadol en acetaminofen in een gewichtsverhouding die valt binnen het in conclusie 1 geclaimde bereik. Het is niet in geschil dat de vakman de prikkel had om de pijnstillers samen te brengen in één combinatiepreparaat, aangezien tot de algemene vakkennis behoorde dat en combinatiepreparaat de therapietrouw vergroot en minder kost. Ook staat tussen partijen vast dat combinatiepreparaten van niet-opioïde pijnstillers (zoals acetaminofen) en zwakke opioïden (zoals tramadol) op de prioriteitsdatum gebruikelijk waren. De overige conclusies zijn ook niet inventief, aangezien de grief over de geldigheid van deze conclusies alleen is onderbouwd met een betoog over de geldigheid van conclusie 1.

 

Aangezien EP 709 niet-inventief is wordt de nietigverklaring van ABC 300152 bekrachtigd. De proceskosten worden begroot volgens het liquidatietarief, omdat er geen sprake is van handhaving van IE-rechten en de door Mylan gestelde dreiging van handhaving onvoldoende concreet is voor een vooruitgeschoven inbreukverweer.

 

IEPT20160202, Hof Den Haag, Janssen v Mylan
 

(kopie origineel arrest)