Geen strijd met franchiseovereenkomst aangezien deze geen garantie bood jegens eisers

09-02-2016 Print this page
IEPT20160203, Rb Noord-Holland, FHC

Geen wanprestatie FHC ten aanzien van gesloten franchisingovereenkomsten: geen zorgplicht ten aanzien van controle van  aangeleverde omzetprognoses. Geen bijzondere zorgplicht franchisegever met betrekking tot advies en begeleiding Contractuele zekerheid in huurovereenkomst geeft geen garantie jegens franchisenemer maar jegens de verhuurder van het pand. Geen misleidende mededeling. Dwaling en/of bedrog onvoldoende onderbouwd.

FRANCHISING – MISLEIDENDE RECLAME

FHC is franchisegever van – onder meer – de franchiseformule ter exploitatie van lunchrooms onder de naam Bread & Butter. Gedaagden exploiteerden in Tiel een onderneming als franchisenemer van FHC, welke na een overname failliet is gegaan.

De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van wanprestatie van FHC jegens de franchisenemer ten aanzien van de gesloten overeenkomsten. Omdat de omzetprognose was gebaseerd op cijfers van de franchisenemerzelf, rustte er geen zorgplicht op FHC ten aanzien van de deugdelijkheid van de prognose. Ook rustte er geen zorgplicht op FHC ten aanzien van de controle van de door franchisenemer aangeleverde omzetprognose. Voorts heeft een franchisegever geen bijzondere zorgplicht met betrekking tot het adviseren en begeleiden van de franchisenemer.
De contractuele zekerheid in de huurovereenkomst biedt volgens de rechtbank geen garantie jegens eisers, maar jegens de verhuurder.

Volgens de rechtbank is evenmin sprake van een misleidende mededeling, aangezien onvoldoende aannemelijk is dat de mededelingen afkomstig zouden zijn van FHC. De gestelde dwaling en bedrog zijn volgens de rechtbank verder onvoldoende onderbouwd.

IEPT20160203, Rb Noord-Holland, FHC

(ECLI)