Belangen om kantorenpark ‘De Bovenlanden’ te verbouwen wegen zwaarder dan belangen architect

22-03-2016 Print this page
IEPT20160321, Rb Amsterdam, CRI
(Met dank aan Joep Meddens, Höcker Advocaten)

Architect [VH] is maker van  de gevel van het kantorenpark “De Bovenlanden”: blijkt uit handgeschreven aantekeningen [VH]. [VH] geen maker van interieur, grondplan en kettingstructuur  van het kantorenpark. Voor vraag of sprake is van “totale vernietiging” gaat het erom of kenmerkende elementen oud ontwerp zichtbaar blijven in nieuwe ontwerp. Sprake van totale vernietiging van alle voor het ontwerp van [VH] karakteristieke delen, zodat geen sprake is van aantasting in de zin van artikel 25 Aw. Vernietiging leidt niet tot misbruik van recht c.q. onrechtmatig handelen CRI: voldoende aannemelijk dat zij gegronde redenen heeft voor vernietiging, bestaande uit leegstand, kapitaalverlies en onderzoek naar plannen met hergebruik bestaande gevels. Belangen [VH] wegen minder zwaar: niet de bedoeling dat architect opdrachtgever kan dwingen gebouw ongerept in stand te laten alsof het een monument betrof en mogelijkheid [VH] om zijn werk te documenteren.

 

AUTEURSRECHT – PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN

 

Kort geding. Het kantorenpark ‘De Bovenlanden’ te Amstelveen (zie afbeelding links) is rond 1988 ontwikkeld door Jonk De Rooij B.V. Later is het kantorenpark gekocht door CRI Residence Amstelveen B.V. (CRI). KPMG heeft tussen 1991 en 2010 het pand betrokken. CRI is voornemens het complex een woonbestemming te geven en heeft daarvoor (zonder voorafgaand overleg met [VH]) een ingrijpende transformatie gepland (zie afbeelding rechts). Architect [VH] stelt vordert op grond van zijn persoonlijkheidsrechten een verbod op het plan om het gebouw te transformeren. De vorderingen worden afgewezen.

 

 

De voorzieningenrechter is van oordeel dat [VH] maker is van de gevel van het kantorenpark. Dit blijkt uit handgeschreven aantekeningen van [VH]. [VH] is echter geen maker van het interieur, grondplan en de kettingstructuur van het kantorenpark. Dit is onvoldoende aannemelijk gemaakt doordat bijvoorbeeld geen schetsen zijn overgelegd. Dat het interieur van het gebouw in dezelfde stijl is ontworpen als het exterieur van het gebouw is onvoldoende om [VH] als maker daarvan aan te merken. [VH] heeft dus alleen persoonlijkheidsrechten ten aanzien van de gevel.

 

De voorzieningenrechter is voorts van mening dat sprake is van totale vernietiging van alle voor het ontwerp van [VH] karakteristieke delen, zodat geen sprake is van aantasting in de zin van artikel 25 (1) aanhef en onder c en/of d Aw. De ronde vormen, schuine lijnen en de glazen ‘inkepingen’ verdwijnen uit het ontwerp, de materialen, baksteen en koper, worden volledig vervangen of weggewerkt en er worden balkons toegevoegd. Ook wordt een verdieping toegevoegd. Het gebouw wordt wit gestuukt en het kenmerkt zich door strakke horizontale en verticale lijnen en een moderne uitstraling.

 

De vernietiging leidt niet tot misbruik van recht c.q. onrechtmatig handelen door CRI. CRI heeft gegronde redenen voor de vernietiging die zwaarder wegen dan belangen van [VH]. Zo staat het gebouw al zes jaar leeg, waardoor sprake is van kapitaalverlies en is onderzoek naar plannen gedaan met hergebruik van de bestaande gevels. Al deze plannen bleken niet houdbaar. De belangen van [WH] wegen minder zwaar. Het is niet de bedoeling dat een eenmaal door hem ontworpen gebouw - dat niet voor de sier bestemd is, maar tot gebruik - tot zijn dood of krachtens testament nog 50 of 70 jaar nadien ongerept in stand te laten, alsof het een monument betrof. Daarbij komt dat [VH] de gelegenheid heeft gehad (en al heeft gebruikt) en ook nu nog heeft om zijn werk te documenteren.

IEPT20160321, Rb Amsterdam, CRI

(kopie origineel vonnis)