Geen inbreuk op modellen voor kabelblokken

18-04-2016 Print this page
IEPT20160329, Hof Den Haag, Koz v Adinco

Geen grief gericht tegen oordeel vzgr dat kabelblok Formzeug op de markt was vóór registratie KOZ Gemeenschapsmodellen. Technische functie model. In KOZ modellen gebruikte overkapping die niet in Formzeug kabelblok aanwezig voorkomt technisch bepaald: genoemde alternatieven zijn niet meer dan toevoeging zinloos element of futiele afwijking in vormgeving. In modellen op overkapping aangebrachte aanhechting technisch bepaald: onvoldoende betwist dat aanhechting nodig is voor ondersteuning aan overkapping en genoemde alternatieven betreffen zinloze toevoegingen. Ook andere genoemde verschillen met kabelblok Formzeug technisch bepaald. KOZ-Uni niet auteursrechtelijk beschermd: bestaat deels uit technisch bepaalde elementen en deels uit elementen Formzeug-kabelblok. Geen slaafse nabootsing: KOZ kan anderen niet verbieden door KOZ gekozen technische oplossingen te gebruiken.

 

MODELRECHT – AUTEURSRECHT – SLAAFSE NABOOTSING

 

Hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 februari 2015 (IEPT20150220), waarin is geoordeeld dat er een serieuze kans bestaat dat de Gemeenschapsmodellen van KOZ voor kabelblokken nietig worden verklaard en waarin de overige op auteursrecht en slaafse nabootsing gebaseerde vorderingen van KOZ zijn afgewezen. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

Omdat geen grief is gericht tegen het oordeel van de voorziningenrechter dat voorshands voldoende aannemelijk is dat het kabelblok al op de markt was op de datum van de inschrijving van de Gemeenschapsmodellen van KOZ, gaat het hof daar vanuit. Volgens KOZ is er toch sprake van een eigen karakter, omdat de twee meest kenmerkende kenmerken van haar modellen niet aanwezig zijn in het kabelblok van Formzeug, namelijk de overkappingen boven de uitsparingen aan de onderzijde van het kabelblok en de aanhechting aan de bovenzijde van de overkappingen.

 

Het hof is van oordeel dat een element van een model dat door een technische functie is bepaald in beginsel uitsluitend door een technische functie is bepaald,

“I. als er slechts één of een aantal alternatieve technische oplossingen is waarmee hetzelfde technische effect kan worden bereikt of 

II. als er slechts één of een beperkt aantal reële alternatieven is in de vormgeving van dezelfde technische oplossing; zo’n alternatief is niet reëel als het slechts zou inhouden: 

a. een toevoeging van een (technisch gezien) zinloos element (zoals een versiering of een verdikking) aan het technisch bepaalde element;

b. een afwijking in de vormgeving van het technisch bepaalde element die zo futiel is dat zij ten opzichte van het model geen eigen karakter geeft (waardoor dit alternatief dus onder de beschermingsomvang van het model valt).”

Een andere opvatting zou ertoe leiden dat er (vrijwel) nooit sprake zou zijn van een uitsluitend door een technische functie bepaald element, omdat zinloze en futiele toevoegingen (vrijwel) altijd mogelijk zijn.

 

Het hof oordeelt dat sprake is van een serieuze kans dat de Gemeenschapsmodellen van KOZ nietig worden verklaard in de bodemprocedure. De genoemde verschillen met het model van Formzeug zijn allemaal technisch bepaald en er is dus geen sprake van een eigen karakter. De in het KOZ model aanwezige overkapping is technisch bepaald, omdat naar voorlopige oordeel van het hof niet valt in te zien dat de door KOZ genoemde alternatieven nog daargelaten of al deze alternatieven technisch gezien wel even effectief zouden zijn, meer inhouden dan een toevoeging van een (technisch gezien) zinloos element aan de overkappingen, die bovendien extra kosten zouden meebrengen, dan wel een futiele afwijking in de vormgeving die ten aanzien van het model geen eigen karakter geeft. Ook de in het model aanwezige aanhechting op de overkapping is technisch bepaald. KOZ heeft onvoldoende betwist dat de aanhechting nodig is voor ondersteuning aan de overkapping en de genoemde alternatieven zijn geen reële alternatieven, omdat zij zijn aan te merken als zinloze toevoegingen. Verder wordt voorshands geoordeeld dat de andere genoemde verschillen met het kabelblok van Formzeug eveneens technisch bepaald zijn.

 

Ten aanzien van de gestelde inbreuk op het auteursrecht op de KOZ-Uni is het hof voorshands van oordeel dat geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk, omdat de KOZ-Uni deels bestaat uit elementen die technisch bepaald en voor het overige uit elementen die terug te vinden zijn in het Formzeug kabelblok. Ook is geen sprake van ongeoorloofde slaafse nabootsing, omdat KOZ anderen niet kan verbieden door KOZ gekozen technische oplossingen te gebruiken.

IEPT20160329, Hof Den Haag, Koz v Adinco

(ECLI-versie)