Vordering tot betaling billijke compensatie is “verbintenis uit onrechtmatige daad”

26-04-2016 Print this page
IEPT20160421, HvJEU, Austro-Mechana v Amazon

Alle vorderingen die een verweerder aansprakelijk stellen en geen verband houden met een overeenkomst zijn verbintenissen uit onrechtmatige daad. Vordering tot betaling van billijke compensatie voor reprografische reproductie of privé-kopie conform nationale regeling op basis van Auteursrechtrichtlijn is “verbintenis uit onrechtmatige daad” ex artikel 5(3) Brussel 1 Vo.


IPR

Prejudiciële beslissing. Austro-Mechana is een Oostenrijkse collectieve beheersorganisatie voor auteursrecht die onder meer de taak heeft om de om een billijke vergoeding te innen wanneerbeeld-en geluidsdragers in het buitenland voor commerciële doeleinden en onder bezwarende titel in het verkeer worden gebracht. Amazon verkoopt via internet producten waaronder de hierboven genoemde beeld- en geluiddragers. Volgens Austro-Mechana brengt Amazon dergelijke dragers in Oostenrijk voor het eerst in het verkeer, zodat zij gehouden is de billijke vergoeding te betalen.

Het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof heeft het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:

“Is de vordering tot betaling van een ‚billijke compensatie’ op grond van artikel5, lid2, onderb), van richtlijn [2001/29], die naar Oostenrijks recht bestaat jegens ondernemingen die dragers in het binnenland als eerste bedrijfsmatig onder bezwarende titel in het verkeer brengen, een vordering uit ‚onrechtmatige daad’ in de zin van artikel5, punt3, van verordening [nr.44/2001]?”

Het Hof (eerste kamer) verklaart voor recht:

"Artikel 5, punt 3, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een vordering strekkende tot betaling van een vergoeding die verschuldigd is krachtens een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij het stelsel van “billijke compensatie” wordt toegepast dat is vastgesteld in artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, onder het begrip “verbintenissen uit onrechtmatige daad” in de zin van artikel 5, punt 3, van deze verordening valt."

IEPT20160421, HvJEU, Austro-Mechana v Amazon

(Curia-versie)