Merkenrecht. Beroep tegen het afgewezen beroep tegen de beslissing van het EUIPO om het merk ‘NIAGARA’ niet in te schrijven voor waren uit categorie 32 (water).
Het beroep wordt verworpen. Het merk NIAGARA mag niet worden ingeschreven omdat het een aanduiding van de plaats van herkomst van de waren (water) zou zijn. NIAGARA water heeft een connotatie met water, het belangrijkste element van de welbekende (ook voor het relevante publiek in Europa) watervallen. Het publiek zou de betreffende waren beschouwen als afkomstig van de locatie waar de Niagara Falls zich bevinden. Hiervoor is het niet belangrijk of het relevante publiek die specifieke watervallen als bron van het water zou zien, de link met water en de locatie zou voldoende zijn om deze associatie te maken.
Niagara voerde nog als argument aan dat NIAGARA in de VS een beschrijvend term zou zijn voor flesjes water, en zodoende niet kan worden opgevat als geografische herkomst. Het Gerecht stelt vast dat NIAGARA in Europa niet de betekenis draagt of zal dragen van flesjes water. De Kamer van Beroep heeft voldoende onderbouwd dat NIAGARA als woordmerk niet mag worden ingeschreven en daarbij ook onderbouwd waarom het de Britse registratie van merk terzijde heeft gelaten in haar overweging. Het beroep wordt verworpen.
“23 First of all, as the Board of Appeal correctly stated, it must be noted that the most important characteristic of a waterfall is its abundance of water. […]
41. It follows from the assessment of the first plea in law that the Board of Appeal was right to hold that the sign applied for was descriptive of the goods at issue and that, therefore, it could not be registered as an EU trade mark, for it is caught by the grounds for invalidity laid down in Article 7(1)(b) of Regulation No 207/2009.”
Lees het arrest hier.
