Inbreuk op portretrecht presentatrice

04-05-2016 Print this page
IEPT20160503, Hof Amsterdam, Privatescan
(Met dank aan Marc de Boer, Boekx Advocaten)

Inbreuk op portretrecht X: aannemelijk gemaakt dat overeenkomst tot gebruik video-opname X op website Privatescan in juni 2014 is geëindigd. Privatescan mocht foto en video alleen met uitdrukkelijke toestemming X verspreiden via andere kanalen, welke niet is gegeven. Geen beroep op Svensson-arrest en geen toestemming gegeven door cameraman Y als vertegenwoordiger van X. Geen beroep op artikel 6:89 BW: niet gebleken dat Privatescan door gestelde late klagen X nadeel heeft geleden.

 

OVEREENKOMST - PORTRETRECHT

 

Hoger beroep tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van 9 september 2015. X is presentatrice van programma’s als “Health Travel” en “Medical Travel”. Ook treedt zij op als actrice en neemt zij deel aan tv-shows. Privatescan biedt total body scans aan op de Nederlandse markt. Partijen hebben op 24 juni 2009 een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik van het portret van X op de website van Privatescan. In de zomer van 2014 heeft X contact opgenomen met Privatescan en Privatescan verzocht het gebruik van haar portret op de website te staken. Dit is gedurende een half jaar gebeurd, waarna het portret weer is gebruikt door Privatescan. Het portret van X is ook gebruikt in digitale nieuwsbrieven. X heeft in juni 2015 Privatescan verzocht het gebruik van haar portret te staken. Ook heeft zij de overeenkomst opgezegd. X vordert nu staking van iedere openbaarmaking van haar portret. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen met betrekking tot het gebruik van het portret op de website afgewezen, maar voor het overige toegewezen. Het vonnis wordt deels vernietigd en voor het overige bekrachtigd. .

 

X voert aan dat de video-opname in 2014 met wederzijds goedvinden van partijen van de website is gehaald, terwijl Privatescan stelt een voorbehoud te hebben gemaakt, voor zover de vervangende video-opname met een andere persoon onsuccesvol zou zijn. Nu vaststaat dat de video van de site is verwijderd en onvoldoende is gebleken van een voorbehoud, oordeelt het hof overweegt dat X vooralsnog aannemelijk heeft gemaakt dat tussen partijen in juni 2014 een nadere overeenkomst is gesloten, op grond waarvan de overeenkomst van 2009 tot een einde is gekomen. Privatescan mocht dus de video-opname niet in 2015 nogmaals op haar website publiceren, omdat dit in strijd was met het portretrecht van X.

 

De grieven tegen het gebruik van de portretfoto van X in de nieuwsbrief  en van de video-opname via andere social mediakanalen dan de website van Privatescan falen. Nu in de overeenkomst van 2009 is overeengekomen dat Privatescan de “uitdrukkelijke en schriftelijke” toestemming van X behoefde voor het gebruik van de foto en video anders dan op de website, was het gebruik op andere kanalen dan de website niet toegestaan. Het Svensson-arrest doet hier niet aan af. Het maakt volgens het hof namelijk verschil of de video-opname alleen te zien is via een bezoek aan de website van Privatescan of dat deze video-opname ook via Facebook of andere sociale media is te raadplegen. Ook is in het kort geding niet komen vast te staan dat X mondelinge toestemming zou hebben gegeven voor het gebruik op andere kanalen. Dat cameraman Y toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de video via social mediakanalen doet hier niet aan af. Hij heeft de toestemming gegeven vanuit zijn positie als auteursrechthebbende van de beelden, maar niet als vertegenwoordiger van X.

 

Ook het beroep op 6:89 BW faalt, omdat niet is gebleken dat Privatescan in het kader van de vraag of de foto en verwijzing naar de video via social media dient te worden verwijderd, nadeel heeft geleden door het gestelde (late) tijdstip van klagen door X. Het vonnis wordt deels vernietigd en Privatescan wordt bevolen de video-opname van de website te verwijderen. Voor het overige wordt het vonnis bekrachtigd.


IEPT20160503, Hof Amsterdam, Privatescan
 

(kopie origineel arrest)