Richtlijn 2014/40 EU verbiedt het aanbrengen van aanprijzende informatie op tabak, ook al is het feitelijk juist

13-05-2016 Print this page
IEPT20160504, HvJEU, Philip Morris v Secretary of State for Health


Het aanbrengen van informatie op verpakkingen van tabaksproducten die aanprijzend kunnen zijn, is verboden, ook al zijn deze mededelingen feitelijk juist. Lidstaten mogen verdere voorschriften handhaven of invoeren met betrekking tot de verpakkingen van tabaksproducten die niet bij richtlijn 2014/40 zijn geharmoniseerd.

RECLAMERECHT

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging en de geldigheid van meerdere bepalingen van richtlijn 2014/40/EU inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG.
Dit verzoek is ingediend in het kader van twee gedingen tussen Philip Morris Brands SARL, Philip Morris Ltd (hierna: „PMI”) alsmede British American Tobacco UK Ltd (hierna: „BAT”) en de Secretary of State for Health met betrekking tot de verplichting om uitvoering te geven aan richtlijn. PMI en BAT betogen dat de richtlijn geheel of gedeeltelijk ongeldig is wegens schending van de artikelen114 VWEU (maatregelen inzake de onderlingeaanpassing), 290 VWEU en 291 VWEU, van het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel alsmede van artikel11 van het Handvest van de grondrechten EU (vrijheid van meningsuiting ).
De richtlijn bevat artikelen met betrekking tot de verpakking en etikettering van sigaretten alsmede de mededelingen over aroma van sigaretten.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat lidstaten verdere voorschriften mogen handhaven of invoeren met betrekking tot de aspecten van de verpakking van tabaksproducten die niet bij richtlijn 2014/40 EU zijn geharmoniseerd. Ook gedeeltelijke harmonisatie op het gebied van etikettering en verpakking van tabaksproducten brengt voordelen voor de werking van de interne markt met zich mee, doordat zij toch een aantal handelsbelemmeringen uit de weg ruimt.
Tevens oordeelt het hof dat artikel13, lid1, van richtlijn 2014/40 aldus moet worden uitgelegd dat het verbiedt dat op de etikettering van verpakkingseenheden, op de buitenverpakking en op de tabaksproducten zelf in deze bepaling bedoelde informatie wordt aangebracht, ook al is deze feitelijk juist. Een dergelijk hoog niveau van bescherming vereist namelijk dat de consumenten van tabaksproducten, die een categorie gebruikers vormen welke wegens de gevolgen van de door nicotine veroorzaakte verslavende effecten bijzonder kwetsbaar is, niet nog meer worden aangespoord om deze producten te gebruiken naar aanleiding van informatie, ofschoon feitelijk juist, waaruit zij zouden kunnen opmaken dat de risico’s in verband met hun gewoonten worden verminderd (bijvoorbeeld: ‘light’) of deze producten bepaalde gunstige eigenschappen bezitten (bijvoorbeeld: ‘biologisch afbreekbaar’).

IEPT20160504, HvJEU, Philip Morris v Secretary of State for Health

Lees het arrest hier.