Snoepverpakking heeft te weinig onderscheidend vermogen

05-07-2016 Print this page
IEPT20160510, GEU, August Storck KG v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen weigering inschrijving unievormmerk. De aanvrager van het bovenstaande merk, bestemd voor bescherming van waren uit de klasse 30 (snoep, chocolade), August Storck KG, stelde beroep in.

Het beroep wordt verworpen. Het Gerecht verwerpt alle vijf de argumenten van August Storck en weigert het merk in te schrijven omdat het geen onderscheidend vermogen zou hebben. De aanvrager beweerde allereerst dat de Kamer van Beroep niet juist had vastgesteld dat dit een drie-dimensionaal merk was. Het Gerecht is het hier niet mee eens. Wanneer een merk een vorm of een product omvat dan zijn de regels van een driedimensionaal merk toepasselijk. Het Gerecht verwerpt tevens het tweede argument van August Storck, namelijk dat het merk wél onderscheidend vermogen zou bezitten. Hierin stelt het Gerecht dat er weinig waarde kan worden gehecht aan de onderscheidende kleuren, omdat deze niet exclusief zou zijn voor dit product – elk snoepje zit in een glimmende felle verpakking. De vorm van het product zou puur functioneel zijn. Tevens verwerpt het Gerecht het derde argument van de aanvrager waarin het stelde dat de Kamer van Beroep onvoldoende acht zou hebben geslagen op een enquête die aanvrager zou hebben uitgevoerd. Het Gerecht stelt hierover dat de enquête relevant zou kunnen zijn, maar dat in dit geval deze een te klein deel van de relevante populatie besloeg, en als zodanig niet in de overweging zou kunnen worden meegenomen. Ook het feit dat het beeldmerk al wel in 17 lidstaten is geregistreerd, het vierde argument van de aanvrager, mag niet in de overweging worden meegenomen. Het uniemerken systeem is een autonoom systeem en staat los van merkenregistratie in andere landen. Het laatste argument van August Storck wordt ook verworpen: aanvrager stelde dat het EUIPO recentelijk minder onderscheidende merken had ingeschreven dan het onderhavige merk. Hierover zegt het Gerecht dat zij niet gebonden is door haar uitspraken in andere gevallen, en zodoende dit als losstaande casus moet beschouwen. Het merk mag niet worden geregistreerd omdat het geen onderscheidend vermogen heeft, het vonnis van de Kamer van Beroep blijft in stand.

“44      It follows from that examination carried out by the Board of Appeal, which must be upheld, that, given that the mark applied for does not differ significantly from the usual shape of the goods concerned, it cannot fulfil its essential function, namely to identify the origin of the goods.

45      Consequently, the Board of Appeal correctly found that the mark applied for was devoid of any distinctive character within the meaning of Article 7(1)(b) of Regulation No 207/2009.”

Lees het arrest hier.