Toch geen verklaring voor recht inbreuk auteursrechten

26-05-2016 Print this page
IEPT20160524, Hof Den Haag, Hermes
(Met dank aan Reindert van der Zaal en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan)

Geen belang bij verklaring voor recht inzake bij conclusie van antwoord erkende inbreuk, wel belang bij gevorderde schadevergoeding: belang komen te vervallen op moment dat [R] bij conclusie van antwoord erkende inbreuk te hebben gemaakt. Proceskosten gecompenseerd: partijen deels in het ongelijk gesteld; beslagkosten voor rekening [R].

PROCESRECHT

Hoger beroep tegen het vonnis in kort geding van 4 juni 2014 (IEPT20140604). Hermès is auteursrechthebbende van en houdster van een aantal Gemeenschapsmodellen voor de vormgeving van het Cheval d’Orient-servies (zie afbeelding links). [R] heeft in 2013 op de woonbeurzen Salon Maison & Objet in Parijs en Ambiente in Frankfurt een servies tentoongesteld dat grote gelijkenis vertoont met het servies van Hermès. Hermès heeft conservatoir beslag laten leggen op het servies van gedaagde. [R] heeft later een afstands- en onthoudingsverklaring getekend. De resterende inbreukmakende goederen zijn vernietigd. In kort geding vordert Hermès onder andere een verklaring voor recht dat inbreuk is gemaakt op de haar toekomende auteurs- en Gemeenschapsmodelrechten. De voorzieningenrechter wees de vordering toe. Hiertegen komt [R] in beroep.

Het hof oordeelt dat de voorzieningenrechter de verklaring voor recht had moeten afwijzen. Het belang voor de verklaring is namelijk komen te vervallen op het moment dat [R] bij de conclusie van antwoord erkende inbreuk te hebben gemaakt. Dat [R] daarbij nog wel de toerekenbaarheid bestreed doet daar niet aan af. De gevorderde verklaring betreft namelijk niet de vaststelling van aansprakelijkheid, maar slechts de vaststelling van de inbreuk.

Naar het oordeel van het hof zijn partijen in eerste aanleg over en weer zodanig in het ongelijk gesteld dat er reden is de kosten van die aanleg, met uitzondering van de beslagkosten, te compenseren. Dit oordeel van het hof over de verklaring voor recht kan niet leiden tot een andere proceskostenveroordeling. Daarvoor is de vordering van onvoldoende gewicht.
Dat de hoofdzaak niet binnen de in de beschikking vermelde termijn aanhangig is gemaakt leidt niet tot het oordeel dat Hermès om die reden geen aanspraak kan maken op vergoeding van de kosten van het beslag, nu na dat beslag voor het verlopen van bedoelde termijn de beslagen inbreukmakende producten met toestemming van [R] zijn vernietigd en [R] afschriften van relevante stukken uit haar administratie aan Hermès heeft afgegeven.

IEPT20160524, Hof Den Haag, Hermes

(Kopie originele arrest)