Exhibitieincident tot overlegging van alle justificatoire bescheiden m.b.t. schikking tussen Storopack en Dow afgewezen: schikkingsovereenkomst alsnog in geding gebracht en Storopack stelt niet meer over justificatoire bescheiden te beschikken.
PROCESRECHT
Exhibitieincident. Tussentijds beroep van het vonnis van 10 september 2014 (IEPT20140910). Storopack voert in de hoofdzaak een nietigheidsprocedure tegen het bovenstaande Beneluxvormmerk van Rivofoam. Zij voerde in 1997 eenzelfde procedure met Dow. Rivofoam vordert dat Storopack wordt veroordeeld alle justificatoire bescheiden met betrekking tot de schikking met Dow in het geding te brengen.
Storopack heeft in antwoord op de incidentele vordering de schikkingsovereenkomst alsnog in het geding gebracht en stelt dat zij niet meer beschikt over de correspondentie met betrekking tot die schikking. Nu Storopack de schikking in het geding heeft gebracht heeft Rivafoam naar het oordeel van het hof geen belang meer bij haar exhibitievordering voor zover die op de schikkingsovereenkomst ziet. Met betrekking tot de justificatoire bescheiden geldt dat de vordering moet worden afgewezen, omdat Storopack stelt de bescheiden niet meer te hebben en zij niet kan worden veroordeeld om iets te verstrekken dat zij niet tot haar beschikking heeft, nog daargelaten of de vordering voldoende bepaald is. De vorderingen worden daarom ook afgewezen.
IEPT20160719, Hof Arnhem-Leeuwarden, Rivofoam v Storopack
(kopie origineel vonnis)
IEPT20160719, Hof Arnhem-Leeuwarden, Rivofoam v Storopack
(Met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)
